Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Kinderen Gods vindt men bij elk geloof, onder elk ras. Ik heb "Quo Vadis" gelezen, en ik heb bewonderd en liefgehad de geloofs-martelaren, die onder het bitterste lijden nog dankend en vertrouwend opzagen ten Hooge, nog Zijn lof verkondigden in schoone zangen. Ik heb met hen geleden, en ik heb met hen gejubeld. Kent u "Wij beiden" van Edna Lyall? Ook dat is heerlijk mooi.
Dit gemis van een toren schijnt welhaast eene eigenaardigheid der luiksche kerken te zijn: ook de schoonste onder haar ontberen dat zoo karakteristieke, zoo echt religieuse sieraad, zich slank en vertrouwend ten hemel beurende, als een fakkel, een hymne in steen, de mystieke Jacobsladder, waarlangs engelen op en neder klimmen en waarlangs de ziel tot God omhoog zweeft.
Dit gemis van een toren schijnt welhaast eene eigenaardigheid der luiksche kerken te zijn: ook de schoonste onder haar ontberen dat zoo karakteristieke, zoo echt religieuse sieraad, zich slank en vertrouwend ten hemel beurende, als een fakkel, een hymne in steen, de mystieke Jacobsladder, waarlangs engelen op en neder klimmen en waarlangs de ziel tot God omhoog zweeft.
Maar op haar vertrouwend laat hij zijn phantasie onbedwongen om hun liefde spelen, vervult hij zijn brieven, zelfs zijn recensies, met toespelingen op hun liefde. Kestner spaart hem, maar hij gaat in stilte meenen, dat iemand van Goethes geestkracht en zielefierheid zich nu toch eindelijk moet terug trekken. En zoo kan hij kleine botsingen niet altijd verhoeden.
De ander was een ernstige verschijning, maar loste zich op in de nevelen van vormlijkheid en deftige statelijkheid. Meneer Beekman kwam uit de nevelen zijner predikatie hoe langer hoe dichter bij je en werd daardoor hoe langer hoe concreter. Je liep aan zijn hand vertrouwend mee. Voor den ander zette je, op een afstand, eerbiedig je petje af.
Juist in dezen zelfden tijd, 1782, schreef de dichter H. van Alphen aan zijn vriend mr. J. P. Kleyn: »Haast niet, maar wikt. Laat de keuze van eene levensgezellin de vrugt zijn van een rijp beraad en van een ernstig, aanhoudend, opregt en vertrouwend gebed.
Maar, had de vrouwe reeds sinds lang vertrouwend den blik naar den Hemel gewend, ook de diplomaat zeide niet meer: "God, maak haar gezond en ik zal gelooven!" maar in stilte en luide: "God, Gij kunt alles! o! Almachtigste, o mocht het zoo wezen!" En, er was vreugde in den hemel, groote blijdschap. De zwakke mensch had zijn afhankelijkheid aan een hoogere macht in ootmoed beleden.
De geest des jongelings had sterkte verkregen, door een vertrouwend opzien naar den hoogen; maar zijn lichaam ongewoon aan die kalmte der ziel, gewoon aan het woeden der hartstochten daarbinnen het lichaam gevoelde zich verlaten.
Vertrouwend dat hij zich zelf zou kunnen bevrijden, stond Fenris gewillig toe dat zij hem zouden vastbinden, en toen allen er bij stonden, strekte hij zich uit met geweldige inspanning en brak den ketting gemakkelijk in tweeën.
De vervulling van onzen diersten wensch scheen al zóó nabij, en nu staan wij er in ééns weer zóó ver af. Moedertje! o Moedertje! Stil, niet klagen, niet zuchten, niet weenen. Bidden wil ik, slechts bidden tot in het oneindige, dat wat de toekomst ook ons brengen moge, wij immer blijven mogen, wat wij waren: blijmoedig, en vertrouwend en geloovend!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek