Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 oktober 2025


Toen wendde zij zich weder tot de heeren Witse, en plaagde den ouderen, en zei allerlei aangenaamheden aan den jongeren, met al de vrijmoedigheid eener getrouwde dame en met al de behaagzucht eener ongetrouwde. Nog had deze nauwelijks al de aanwezigen gegroet, of wederom ging de deur open. Mevrouw Vernooy trad binnen; gevolgd van Klaartje Donze.

"Hola, hola, vrouwlief!" viel de heer Vernooy in, die juist binnentrad: "zoo ver is 't nog niet." "Ja wel!" zei mevrouw Vernooy, die voor iedere afdinging bang was. "Ja wel, schatlief; hij is gepromoveerd." "Waarlijk niet," antwoordde haar man, zich in zijn armstoel vlijende, "maar hij heeft een examen gedaan. Een heel groot examen.

"O, het stond zoo grappig; één zoo'n lange jongen onder al die kleine. Maar hij was ook de eenigste die een rok aanhad. En de nieuwe handschoenen; weetje wel, Vernooy?" "Ja," zei Vernooy met een lief lachje, dat hij niet wist thuis te brengen, "met de nieuwe handschoenen."

Inderdaad, het was alles behalve eene onwaarheid dat de lieve meid genoeg van den jongen Witse vernomen had. Mevrouw Vernooy was eene goede vrouw, ik geloof dit reeds te hebben opgemerkt; maar die juist niet gebukt ging onder overmaat van verstand.

Wat zeg jij, Vernooy? bloost ze niet razend?" "Allerverschrikkelijkst," antwoordde Vernooy.

Dit was gewaagd. De heer Vernooy bouwde op de enkele, hoezeer wel eenigszins opgevijzelde, vermelding van een paar eendepootgele handschoenen de vermetele onderstelling dat zij waarlijk een historische rol hadden gespeeld, terwijl zij niets dan een lijdelijk sieraad waren geweest, volstrekt niets dan een lijdelijk sieraad, voor den jongenheer Witse.

De lezer weet beter; maar Vernooy, die gaarne iedereen en vooral zijn vrouw zooveel mogelijk gelijk gaf, verzekerde dit uit den overvloed van zijn goedig hart, ex merâ conjecturâ.

"En zeker met al de graden?" vroeg mevrouw Vernooy, minzaam glimlachende. "Ja," zei mevrouw Witse, het hoofd blijmoedig opheffende: "daarvoor was geen zorg, maar hij wilde 't niet schrijven. Nu, 't is nogal een knappe jongen, vindje niet? We beleven pleizier aan ons Gerritje."

"Maar wat was het ook weer met die handschoenen?" prevelde Vernooy; "me dunkt toch..." "Och kom!" zei mevrouw, bevende dat die gedroomde handschoenenhistorie nog eene schaduw werpen zou op de bevallige schilderij, die zij van Gerrit als knaap had opgehangen; "je verwart het met wat anders. Er was heusch niets van.

Maar het was niet dit, wat Gerrit zoo verschrikkelijk ergerde. Evenmin dat mevrouw Vernooy in het midden van den vriendenkring zat, tusschen den heer Van Hoel en zijn vader, en zulks als "een pareltje in 't goud", als zij nederig aanmerkte.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek