Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Dezer dagen wilde Hij mij wederom nog zoo krachtig vertroosten met de woorden van Ps. 91: 1, »Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduwe des Almachtigen". Wat zal ik nog meer wenschen? Wat anders dan dat heel deze weg mij maar altijd nader brenge tot den Heere, mij altijd inniger Zijn gemeenschap doe smaken. Dit is 't Hoogste en Zoetste.

Gij hebt Uw volk gekastijd en met een zware slag geslagen. Hebben wij gezondigd? Hemelse Vader! wees ons genadig, en vergeef het ons waar wij van U zijn afgedwaald. Met U wensen wij te vernachten en op te staan. In onze zwakheid wensen wij Uw kracht te volbrengen. Sterk en vorm ons daartoe, Heer, onze God!

Weet gij waarom die van Dendermonde de vuurpannen heeten? Omdat, toen eens een jonge prins in de afspanning de Wapens van Vlaanderen moest komen vernachten, de baas niet wist hoe hij het bed warm zou krijgen, want hij had geene vuurpan.

Zij trokken, begunstigd door een dichte duisternis, stilzwijgend tot bij de rivier. Geen wachtvuren mochten ontstoken, geen vonken zelfs gezien worden. De groene en door een zwaren dauw bevochte rogge strekte de menschen tot bed, de paarden tot voedsel. 't Was de eerste keer dat Jakob Stargardt, evenals zoo menig ander jong soldaat, in de open lucht, en dat zonder bivakvuur, zou vernachten.

Na een wijle gaan de oogen weer open, de handen laten zich los, de tranen worden afgewischt, de pen wordt weer opgenomen en met vaste hand neergeschreven: »Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduwe des Almachtigen!" Hier was een strijd gestreden, hier was een overwinning bevochten!

Wie zou voor een jaar gezegd hebben, dat dit dreigend kwaad boven mij zou worden opgehangen? Maar wat ook gebeure, »die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduwe des Almachtigen". Niemand behoeft bij den Heere verontschuldiging te maken, dat ook hij komt. Niemand behoeft te vreezen, dat hij zal worden afgewezen.

Sedert den Zaterdag sliep Nele bij de weduwe Vanden Houte, zeggende dat zij niet langer bij Katelijne mocht vernachten, om Uilenspiegel, mits dit opspraak zou verwekken. Katelijne ontving heuren zwarten heer en zijnen vriend in de keete, die tot waschhuis diende en waar de broodoven stond. En zij onthaalde ze op ouden wijn en gerookte ossetong.

"Kunnen wij hier vernachten, moeder?" vroeg de monnik aan de dikke, gezonde kasteleines, die met een vroolijken glimlach op den mond en de handen in de zijden, de deur uit kwam scharrelen, zoodra zij de beide reizigers voor haar woning had zien stilhouden. De waardin antwoordde niet op deze vraag.

"Ik vroeg u, moeder!" zeide vader Syard droogjes, en nog altijd in den zadel blijvende, "of wij hier vernachten kunnen." "Komt binnen maar, menschen," zeide de kasteleines, Madzy met een beschermenden lach op den schouder kloppende: "Kees zal wel zorg dragen voor die knollen."

»Wat geeft het," morden zij, »dat de Keizer ons rijk gemaakt heeft, als we er tòch geen genot van kunnen hebben; dat hij ons uitgehuwd heeft, als we verwijderd van onze vrouwen moeten leven; dat hij ons paleizen heeft geschonken, als we toch ver van ons land, op den blooten grond moeten huizen en vernachten?

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek