United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Stalhouder: Hier stalt en verhuurt men paarden, Bij niemand zullen zij beter aarden; Ik geef haar haver en goed hooi, En, om zoo te zeggen, zuiver strooi. Wie wil rijden met behagen Moet naar Willem Stallaert vragen. Veerhuis: In dit veerhuis, heel plesant, Ziet men de scheepjes aan alle kant Het Maasje op en neder varen; God wil dit huis van leed bewaren.

Voor het raam van het veerhuis aan den overkant brandde licht, dat uitscheen over den weg; een donkere iepenboom, waaronder een paar graven lagen, kwam door dit licht in nog somberder schaduw. Niet veraf klonk een eentonig geluid van vallend water en de bladeren van den ouden boom trilden zachtjes in den nachtwind. Het scheen vriendelijke muziek voor de rust van de dooden.

De drank liep zoo koel lavend binnen; rond het veerhuis lag de weide vol goudgroen zoo ver oogen zien konden en de boeren zaten daar zoo alleen, innig gezellig onder 't strooien euzie, tegen den oever der blauwe waterstreep die in ronde bocht hen insloot. 't Was hier heel buiten hun gewoon leven van ginder, hier was alles breeder, open en grootsch onder de machtige lucht.

Nader gekomen, zag Verlinde aan den overkant twee menschen vóór de deur van 't veerhuis en binst-hij te wachten stond aan den scheldeoever en de veerman hem met de boot halen kwam, herkende hij Vanhoutte die met Vandoorn den veekoopman, in de schaduw zaten bij een tafeltje waar ze gemakkelijk hun pintje dronken.

Maar Verlinde ging zonder opzien of overdenken, stap voor stap, met 't gelaten geduld van iemand die heel zijn leven over 't land geloopen heeft. Al over 't hooge koorn zag hij tegen den witten muur van 't veerhuis, de menschen zitten en hier in de weide krioelde het van druk gerid van wagens en karren met hooi.

Meteen kreeg hij warm, hij droeg zijnen hoed in de hand en liet het zweet van zijn wezen druppelen; de hitte woog hem tegen de borst, maar hij stapte al haastiger op den hoogen weg, recht naar de zon toe. Dan zag hij aan den hoek van 't veerhuis een vent en op denzelfden stond kreeg hij een schok die zijn lijf doordaverde en zijne beenen met lamte sloeg Vanhoutte!

Misschien zit hij zich in het veerhuis vroolijk te moaken. Komaan, de bengel moet worden opgezocht, en daar de oavond begint te vallen en de jongen voor mij meer ontzag zal hebben, zoo wil ik je gaarne daarheen vergezellen. Als je 't goed vindt?" besloot hij, ziende dat het meisje een vreemd gezicht zette.