Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


En dat nieuws baarde veel opzien, hoewel men nog niet wist, dat de overgroote diamant van den "monsieur", zooals men Cyprianus noemde een kunstmatige was. Maar de "monsieur" stoorde zich hoegenaamd niets aan de oudewijvenpraatjes van de Kopjes-mijn! Hij had haast om met den ouden Vandergaart de kwaliteit en de kleur van den steen te onderzoeken, ten einde zijn rapport nauwkeurig te kunnen opmaken.

Die Matthijs Pretorius had ook, hoewel hij te nauwernood veertig jaren oud was, langen tijd in het uitgestrekte bekken der Oranje-rivier rondgezworven, alvorens hij zich in deze streek neergezet had. Maar dat zwervend leven had voor hem hetzelfde gevolg niet gehad als voor den ouden Jacobus Vandergaart. Hij was er namelijk niet door vermagerd en ook niet door verbitterd.

Die ontsnapt aan iedere berekening!" "Waarom zou men hem niet kunnen taxeeren?" vroeg Jacobus Vandergaart, die het kalmste van alles gebleven was.

Hij werd bedlegerig, kwijnde gedurende eenige dagen en ging als eene kaars uit. Noch de zorgen vol toewijding zijner dochter, noch die van Cyprianus, noch de mannelijke vermaningen van Jakobus Vandergaart konden baten. De oude Engelschman voelde zich getroffen in zijn hoogmoed, in zijne eigenaars-voorliefde, in zijne zelfzucht, in alle zijne gewoonten. Neen, hij gevoelde dat hij verloren was.

Deze hielden allen verwonderd den blik op Jakobus Vandergaart gevestigd en schenen getroffen door diens ernst, door de vrijmoedigheid zijner verklaring en door de onwrikbare zekerheid, die uit zijne woorden, uit zijne geheele houding straalde.

Wat John Watkins aangaat, die was geheel veranderd. Zijn gelaat vertoonde thans welwillendheid en zijne trekken zooveel zachtheid als zij vroeger hardheid en boosheid te kennen gaven. Het ernstige gelaat van Jakobus Vandergaart had zijne gewone plooi, die van eene onverstoorbare zachtzinnigheid, hernomen.

Daarop ging hij afscheid nemen van den ouden Jacobus Vandergaart, die, zonder goed- of af te keuren dat Cyprianus aan dien tocht deelnam hem hartelijk de hand drukte en hem een goede en voorspoedige reis toewenschte.

Cyprianus keurde die taal niet goed. Hij keurde ze ook niet af. Hij luisterde slechts, zonder te antwoorden. "Wil ik u verhalen, wat ze mij geleverd hebben, mij, die thans tot u spreek?" hernam Jacobus Vandergaart terwijl hij zich opwond. "Luister naar mij, en dan zult gij kunnen uitmaken of er twee meeningen omtrent die schavuiten bestaan kunnen."

Hij rilde en verbleekte onder het vermiljoenrood, dat het alcoholmisbruik onuitwischbaar op zijne hoekige jukbeenderen geverfd had. Toch poogde hij zich tegen dat onverklaarbare gevoel te verzetten. "He, he!" zei hij, terwijl hij het eerst het woord tot Jakobus richtte, "het is langen tijd geleden, buurman Vandergaart, dat gij mij het genoegen geschonken hebt u hier ten mijnent te vertoonen!

Cyprianus greep het doosje, waarin de onvergelijkelijke steen bevat was, drukte den grijzen diamantslijper de hand en begaf zich naar de woning van John Watkins. De pachter bevond zich in zijn benedenvertrek. Hij was steeds ongerust over de terugkomst van Jacobus Vandergaart. die hem als zeer onwaarschijnlijk voorkwam. Zijne dochter was bij hem en trachtte hem zooveel mogelijk gerust te stellen.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek