United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


De boot leî aan den valreep, doch door onvoorzichtigheid van één der roeiers sloeg ze alweer terug, en daar had je het lieve leven gaande. Razen, vloeken, schelden, tieren, anders hoorde men niet. De roeier kreeg, zooals mijn neef uit Sommersdijk zeggen zou, een boterham van belang. Toen hoorde ik geschop, gestommel en getrap en eindelijk, daar stond hij in levenden lijve!

Ik zag, dat de vlag, ten teeken van afstraffing, geheschen was, en vond dit een ongewoon verschijnsel voor de reede van Spithead en maakte daaruit op, dat er een buitengewoon misdrijf, oproer of minstens diefstal, moest hebben plaats gevonden. Toen men zag, dat ik officier was, werd mijne boot bij den valreep toegelaten; ik betaalde mijn roeier en zond hem weg.

»Ik ben het spoor bijster... Ik herken de omstreken niet meer... Kunt gij mij zeggen waar ik ben?" »Ter hoogte van de Zwarte Kreek." »Dank u." »Geen dank," antwoordde de scheepsofficier. Squambo liet den valreep los, terwijl hij de sloep met kracht afduwde. Toen het vaartuigje zich op weinige vademen verwijderd had, klonk andermaal het kommando naar de machinekamer: »Vooruit!... Half werk!"

Weldra lag de boot tegen ons boord en een stem van beneden riep in gebroken Hollandsch, dat men den valreep nederlaten moest. Hieraan werd voldaan. De mannen klommen naar boven en brachten bij ons.... Tom had iets, iets gezien. Een bleek jongensgezicht met zwarte haren. Hij snelde er heen, gaf een schreeuw en.... viel. Jan was weer bij ons aan boord.

Het lantaarnlicht in een der masten verried de plaats waar de koopvaarder ten anker lag. Spoedig had men het vaartuig bereikt en onderwijl Teunis met Willem langs de uitgeworpen valreep aan boord klom, werden achtereenvolgens verscheidene vaatjes, kisten en balen in de vlet neergelaten. Na een kort onderhoud met den koopman en den schipper, kwam Teun alleen weer van boord.

Zooals ik zeî vernam ik dat eerst later: maar onderwijl we met onze sloep bij den valreep van de Aeolus op onzen kapitein lagen te wachten, hoorden we Jacob Van Heemskerk zeggen:. "En nu mannen, zoo als besloten is, moedig op den vijand los. Zoekt er uwe eer in uwe manschappen in goede courage voor te gaan. Een ieder doe zijn plicht; ik hoop den mijnen te doen.

De valreep opgeklommen zijnde, zag ik een armen kerel met de armen uitgespreid, volgens scheepsgebruik, aan den rooster gebonden, terwijl de commandant, de officieren en de geheele bemanning er omheen stonden, als getuigen van de krachtige behendigheid van den bootsmansmaat, die, te oordeelen naar de even diepe en evenwijdige striemen, die op rug en schouders van den gestrafte zichtbaar waren, een meester in zijn vak scheen.

Zijn lichaam werd in een hangmat genaaid; en daar het schip in diep water ten anker lag en er een flinke stroom de baai rondliep, terwijl bovendien de meeste sloepen van boord naar de werf waren, liet de eerste officier een paar kogels aan het voeteneinde vastmaken en, na het voorlezen van den lijkdienst, het lijk bij den valreep overboord zetten.

Ten laatste gaf ik bevel om af te zetten. De rampzalige kapitein, die tot op dat oogenblik nog eenige zwakke hoop kon overgehouden hebben, op grond van het stille medelijden, dat hij begreep dat ik voor hem gevoelde, gaf zich nu aan de vreeselijkste wanhoop over. Hij ging in den valreep zitten en staarde ons met doffe oogen na. Nooit zag ik treffender schouwspel van menschelijke ellende.

Eens op een morgen, dat ik zoo aan den valreep naar de beelden van het beeldenhuis en dan weer naar de beweging op straat stond te kijken, zag ik twee jongetjes door de modder van de pasgevallen watersneeuw loopen. Ze zagen er schraaltjes uit. De kleertjes, die ze aan het lijf hadden, waren brandhelder, maar dun, dun, o, men kon de ribbetjes, die er onder zaten, bijna tellen.