Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 november 2025


Het lichaam is gerekt, de kop, vooral de snuit, sterk verlengd; de staart bereikt bijna de helft van de lengte van het overige lichaam. Een dichte, ruige, eigenaardige vacht bedekt den romp, vooral de bovenzijde. De achterste ledematen zijn slank, en zwakker dan de voorste.

Nadat mijn gevangene zijn bekomst had gekregen van het duiken, kroop hij uit het water op den oever en vermaakte zich met in zijn vacht te krabbelen en deze uit te kammen. "Eenige dagen later liet ik hem nogmaals een bad nemen, ditmaal in een rivier met helder water, waarin ik zijne bewegingen duidelijk kon waarnemen.

Hij stuurde zelfs een omroeper verscheidene keeren door de stad om den eigenaar van lammeren met een gouden vacht op te roepen voor den koning te verschijnen; maar niemand kwam, zoodat hij ten slotte van oordeel was, dat hij ze gerust als zijn eigendom kon beschouwen.

Ik bemerkte mijn vergissing eerst, toen ik een geblaf hoorde, dat ongeveer geleek op den schel uitgeschreeuwden en eenige malen herhaalden klank "koek". Alle mannelijke Apen keken naar ons; de jongen echter speelden nog onbezorgd; eenige wijfjes gaven hun lievelingsbedrijf nog niet op, maar zochten nog ijverig in de vacht van een ouden heer naar ongedierte.

Wegens de geringe ontwikkeling der tusschenkaaksbeenderen, de kortheid en breedte der neusbeenderen verkrijgt het aangezicht een zonderling stomp aanzien, waardoor het op dat van een Aap gelijkt; de kleine mondopening wordt door meer of minder harde, weinig beweeglijke lippen begrensd; de oogen zijn klein, de oorschelpen geheel in de vacht verborgen.

Wij sarden hem, als zijn meester er niet bij was, met lange stokken, waarmede wij hem op den kop of op de ruige vacht tikten, wat hij eerst eenige oogenblikken goedig toeliet, doch daarna plotseling met een woest gebrom beantwoordde. Och, och, wat wisten wij van beenen maken. Pieter-neef, die ook in ons gezelschap was, zag doodsbleek van den schrik en liep, of de dood hem op de hielen zat.

De zwarte ronde oogen, de roodbruine neus en de zwarte staartspits staken sterk af bij de sneeuwwitte vacht, die slechts aan den wortel en aan de binnenste helft van den staart een fraaie, zwavelgele tint vertoonde. Het was een allerliefst, uiterst beweeglijk diertje.

De vacht is aan de bovendeelen donkerbruin, aan den snuit vaal, aan het voorhoofd en de wangen lichtbruin, aan de zijden van den romp en aan den buik geelachtig, aan de pooten zwartbruin en aan den staart donkerbruin. Een smalle, donkerbruine streep strekt zich onder de ooren uit.

Daar alleen laat de goede moeder natuur onder de vacht van het dier een soort van fijn velletje groeien, juist als het dons groeit onder de veeren van de eidergans. Van die wol weefde men de shawls en daarvan worden nu nog de zachte en soepele stoffen geweven, die pasjminah heten.

Buitengewoon fijne, zachte, bijna haarvormige veeren, bedekken den romp; 't is, alsof hij met de vacht van een Zoogdier bekleed is. De twaalf staartpennen daarentegen zijn merkwaardig stijf. Van de middelste tot de buitenste nemen zij gelijkmatig in lengte af; gene zijn minstens vier maal zoo lang als deze. De veeren van den achterkop zijn min of meer kuifvormig verlengd.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek