Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Och och, wat had Dik een pret, toen hij aan Anneke vertelde, wat Jan gedaan had. Hij schoot er telkens opnieuw over in een lach, en ook Grootvader en Grootmoeder moesten het dadelijk vernemen, toen zij even bij Dik en Anneke kwamen aanloopen. De oude Trom vond het blijkbaar een verbazend scherpzinnigen zet van Jantje.

Na dien dag keek Flipsen den zoon van Dik Trom nooit meer vriendelijk aan. Hij had een hekel aan Dik gehad, zoolang hij hem had gekend, en dat sloeg nu op Jantje over. Dat kon deze zeer goed merken.

Wellicht ontmoeten wij op onze wandeling een vroolijke verhuispartij, of een bruiloftsstoet met vedel en trom, of zijn wij getuigen van den fieren uittocht eener zelfbewuste schuttersgilde naar het feestterrein, of mogen wij aanzitten aan een welvoorzienen kermisdisch.

Nauwelijks had hij hem gezien, of hij stak met veel bombarie zijn vinger op, en riep: "Juffrouw! Juffrouw! Jan Trom heeft wat op den grond gedaan!" Die tijding gaf eene heele opschudding in de klasse. De kinderen gingen half in de banken staan en rekten de halzen, om goed te kunnen kijken. En de Juffrouw keerde zich om en keek heel vies naar de plaats, waar Jantje stond met beschaamde kaken.

"O foei, wat een jongen!" riep de juffrouw. "Dik Trom, kom eens hier." Dik deed zijn mond dicht, want die stond altijd open, als hij zich in de eene of andere bezigheid verdiepte, en keek de juffrouw aan met een paar oogen, waarin te lezen stond: "Wat is er nu weer?" "Dik Trom, ik zeg, dat je eens hier moet komen!"

De schuur was weldra haast niet meer te herkennen, zoo mooi werd zij. Vader en moeder Trom konden hun oogen bijna niet gelooven, toen zij even binnen kwamen om een kijkje te nemen. Zij sloegen de handen van verbazing in elkaar, en Trom mompelde: "Wat een feest, wat een feest! 't Heele dorp vlagt, en dan die schuur! O, die Dik is een bizonder kind, en dat is-ie!"

Ze kleedde zich haastig aan en vertrok. Onderweg kwam ze Diks vader tegen, en ze besloot, hem eens goed te vertellen, hoe ondeugend zijn zoontje was. "Trom, ik wil u wel eens eventjes spreken." "Zoo juffrouw, ziet u, dat kan, en dat doet het."

Dirk had ze er ingestopt, zeker in de meening, dat ze het daar beter naar hun zin zouden hebben, en hij keek heel treurig, toen hij bemerkte, dat ze zich niet meer verroerden. Op een anderen keer was vader bezig zich te kleeden voor eene treurige plechtigheid. Er was in de buurt iemand gestorven, en Trom was op de begrafenis genoodigd.

Geen slaaf, van welke kunne ook, mag als dan op de straaten, of in de haven verschynen, zonder verlof van zynen meester. Die deezen regel overtreedt, word in arrest genomen, en buiten twyffel des anderen daags morgens gegeesseld. Des avonds ten tien uuren, slaan andere tambours den trom op alle de straaten van Paramaribo.

Vader moest het bij zijne thuiskomst dadelijk van haar hooren; zij vertelde hem het voorval in kleuren en geuren. Trom hoorde haar hoogst ernstig aan, en toen het verhaal ten einde was, keek hij eenigen tijd peinzend voor zich, haalde zijn zakdoek voor den dag, stak hem dadelijk weer in den zak, en zeide: "'t Is een bijzonder kind, Griet, dat is-ie."

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek