Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Dan zijt ge nog onder de wet en kent het zoet der genade niet. Ja, erger nog, dan bezwijkt ge straks onder de geboden en inzettingen van menschen, en torst een juk, dat ook uw vaderen niet hebben kunnen dragen. En zoo is Gods kind niet.
Deze schutterijen zijn de voortleving der vroegere schutters gilden; de lauwerkrans om den hoed van den koning is het symbool van de kroon; de zilveren en gouden platen welke hij torst, zijn gedenkpenningen, welke de overwinnaars in gehouden wedstrijden aan hunne corpsen hebben geschonken; sommigen dezer dagteekenen zelfs uit de eerste helft der zeventiende eeuw.
De blik dwaalt onrustig heen en weer, is nu eens bij het groepje, dat een kruis met palmen torst, dan bij den ridder, die het kleine tegenstribbelende kindje op den arm draagt, of bij den rijkaard, die sieraden in het kleed van een bedelaar werpt.
Na de beterschap wordt het kind soms aan zijn congregatie gewijd; het wandelt mee in de processies en torst evenals de mannen een zware kaars, soms door de kleine handjes verbrokkeld. Oplettend kijkt het naar zijn groote metgezellen, en wordt met zacht geweld op zijn plaats gebracht, als de speelschheid het verlokt, die te verlaten om zijn liefdevol toekijkende familie handjes te geven.
Is 't een reus in beelde? Neen 't, 't en is geen menschenbouw, 't is eer een' wangedaantenis; een steenen berggedrocht, dat, staande fel en fier, de scherpe houwen torst van 't vonkend hemelvier.
Dit maakt den huwelijksband tot eene zware keten, waaraan beiden beurtelings rukken en die ieder voor zich met onwil torst, tot men zich eindelijk uit afmatting resigneert, als men zich resigneert." "Gij maakt mij haast ongerust, Francis!" viel ik glimlachend in. "Neen, gij behoeft niet ongerust te wezen, want wij zullen anders beginnen.
En de reus stapte voort, gevolgd door al die dwaallichtjes, die, gonzend als krekelen, zeiden: Kijkt toe wie de macht hier torst, Der pausen paus, der vorsten vorst; Wie Caesar aan den leiband houdt, Kijkt toe, hij is van hout! Eensklaps veranderden zijne trekken, hij scheen magerder, treuriger, grooter. In eene hand hield hij eenen schepter en in de andere een zweerd. Hij hiet Hooveerdigheid.
Als zij maar een greintje gezond verstand hadden, zou er dan iets droevigers of afschuwelijkers bestaan dan hun leven? Want geen mensch ter wereld zal wel door een meineed of vadermoord de heerschappij meer willen koopen, als hij bedenkt, welk een reusachtigen last hij op zijn schouders torst, die inderdaad als vorst wil optreden.
Zelf ga ik soms met een gevoel van welgedaanheid heen, als ik hen een grooten staat zie maken, terwijl onder de hofdames ieder zich des te nader bij de goden rekent, naarmate zij een grooter sleep draagt, terwijl de eene edelman den ander met zijn arm voortduwt om zoo te schijnen dichter bij zijn Jupiter te zijn, terwijl ieder des te hooger dunk van zichzelf heeft, naarmate de ketting, die hij torst, zwaarder is, opdat hij zoo ook zijn kracht, niet slechts zijn rijkdom kan toonen.
Dit neemt niet weg, dat zij door zulk beuzelen in de scholen gelooven de geheele kerk die anders zou instorten even goed te schragen met de pijlers hunner sluitredenen, als Atlas bij de Dichters den hemel op zijn schouders torst.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek