Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat was het prettig, de vroolijke tinten te zien van de toiletten der dames, het rose en het groen, die weldra samensmolten in de schemering met de kleuren der duinen.

Tal van geestige, al waren zij dan ook soms geen mooie, toiletten kwamen voor den dag.

Dat is een dag, waarop alles naar de kerken stroomt, niet enkel om der vroomheids wil, maar ook om zich in de voorjaarszon te verheugen, nieuwe toiletten in te wijden en 't schilderachtig schouwspel van de wijding der palmtakken te genieten.

Mathilde was een te goede huisvrouw, om niet eerst het schoone goed, dat al zoo lang in de stof stond, te bergen, vóor zij ging zitten teekenen en denken op haar kamer. Terwijl ze éen voor éen de stapels lakens, sloope en nachthemden, die nog een beetje vochtig áanvoelden en zwaar op elkaâr lagen, in de ouderwetsche bruine kast, met een wit papier op eiken plank, schikte, en daarna vaders overhemden een plank hooger appart leî en zijn kousen nazag, of die ook gestopt moesten worden misschien, dacht ze er aan, dat deze huishoudelijke drukte nog niets was bij wat haar later te wachten stond als ze eens eenmaal getrouwd zoû wezen. Ze woû dezelfde orde volgen, waaraan ze nu eenmaal gewoon was en die op den duur het best beviel. Zij ging voort met na te denken over al de groote pleizieren van het hebben en het bestieren van een eigen huishouding. Zij deed 't ook wel bijna, maar 't was toch dát niet; ten eerste moest alles gebeuren precies zoû als vader het woû, en al dacht zij tusschenbeide heel anders als hij over allerlei dingen, zij sprak er nooit van, maar deed, wat hij wilde; ten tweede was Jans er, die haar had zien geboren worden en aan wie nooit in te prenten zoû zijn, dat Thilde, die ze zoû dikwijls schoone luyers had aangedaan, en die ze daarna zooveel jaren had zien spelen en springen door het huis, dat Thilde nu heelemaal behandeld moest worden zoo als men het anders een mevrouw deed; ja, Jans dorst op een heel wat hooger toon te spreken tusschenbeide, dan Mathilde het de meiden, die zij later zoû nemen, zoû laten doen. Zij wist wel, dat er nog in lang niet van komen zoû, maar het zoû er toch éens van komen en ze vond 't hoogst prettig zich dat alles nu al zoû levendig voor te stellen. Ze zouden bepaald twee meiden houden, want Jozef zijn geld plus het hare, maakte dat zij best op zoo'n voet zouden kunnen leven. Op deze manier zoû zij zelve ook meer tijd krijgen voor piano-en teekenstudiën, dit hoofdzakelijk voor hem, om hem het leven aangenaam te maken. Zij vond het zóo verschrikkelijk heerlijk te denken aan hem, aan het leven met hem alleen, dat zij deze gedachte voor een soort van opperst onthaal voor haar hart en hersenen bewaarde. Zij ging namelijk door met zich in haar heele toekomstige leven in te denken, maar zich alleen met al het bijkomende bezighoudende, met de gracht, waar-zij een huis zouden kiezen, met de meubeleering van de kamers, met de wasch, met de meiden, met de partijtjes, die zij geven zouden, met den zolder, met den gootsteen, met de toiletten, waarin zij gekleed zoû gaan en zoo meer. Een enkele keer liet zij even de gedachte doorschemeren, die haar het meeste geluk gaf: het samenzijn en het alleen-samenzijn met hem; zij bespaarde die stof, met glinsterende oogen en zuchtende borst, en leî voorzichtig de overhemden van haar vader in de linnenkast, evenals een kind eerst het bladderdeeg om een taartje heen, opeet, om voor de laatste hap het genot van de konfituren te bewaren. Eindelijk dan ook, toen alles geborgen was en netjes op zijn plaats gelegd, toen Mathilde over alles had nagedacht, tot over Jozefs garderobe en over de nieuwe soort heerenborstrokken, die mevrouw Berlage zoo geprezen had en die Mathilde, als eenmaal de intimiteit groot genoeg geworden zoû zijn, aan Jozef te dragen zoû geven, toen zij over de mogelijkheid had gedacht om 's zomers naar buiten te gaan, om een hond te houden, en ook over de brievenbus, die ze in haar voordeur zoû laten maken, toen liet ze plotseling dat alles wech gaan, gooide al die wezenloze dingen ver uit haar geest, dacht aan niets meer van de omgeving, aan geen enkele bijzaak meer, maar aan hem, aan hem alleen, aan de uren van onbeschrijfelijk geluk, die zij ver van de waereld, ver van iedereen, tot ver van haar vader toe, in een achterkamer of zoo, ergends, waar het ten minste schemerdonker was, waar geen geluid hen zoû bereiken en ook de zon hen niet zoû kunnen verlichten, heelemaal alleen samen zouden zijn. Zij voelde den stroom van het denken aan hem alleen, die zij zoo lang mogelijk had tegengegaan, om hem de meeste kracht te geven, met alle geweld langs alle kanten doorbreken en haar hart overgolven. Zij wilde nu denken áan en door de kracht van haar gedachte het nu al in den geest beleven, dat geluk van het alleen-samenzijn. Daarbij kwam, dat er een onopgelost iets, een vraagstuk vol duisterheid, iets, dat zij zich ten innigste bewust voelde zonder het te begrijpen, verbonden was aan de bepeinzing van dit heerlijke onderwerp. Zij dacht aan al wat ze hem zeggen zoû, als ze eens heel en al, zonder te-rughouding, in volle oprechtheid, wat in haar hart omging voor hem bloot zoû kunnen leggen en zich zonder voorbehoud van hem afhankelijk stellen. Zij zinde er op, wat ze zoû doen, hoe ze zich zoû kunnen gedragen, hoe zij haar eigen wezen zoû kunnen veranderen, zich vervormen, zich liever en beter maken of wat of hoe ook ze in Godsnaam zoû kunnen handelen, om een ongehoord bewijs, een heilige en onbetwijfelbare bekentenis te geven van haar liefde. Wat moest ze getuigen, wat had ze te openbaren, op dat die getuigenis en die openbaring hem onweêrstaanbaar overtuigden, dat haar liefde zoo waar was, dat zij het wel met haar bloed tegen een witte muur zoû willen schrijven. Want zij had een angst. Zij twijfelde niet, geen minuut, aan zijn liefde voor haar; die liefde moest bestaan, dit had zij al zoo lang geweten vóor hij het zelf zeî; maar zij was er niet zeker van of hij wel zeker was van haar liefde voor hem. Zoû haar stuurschheid van van-ochtend niet gemaakt hebben, dat hij een beetje aan haar liefde was gaan twijfelen? En tôch, al was d

De toeloop van vreemdelingen heeft te Biskra paleizen van hôtels doen verrijzen, die in niets voor Europeesche behoeven onder te doen. Vooral het Victoria-hôtel en Hôtel Royal munten uit door hun ruime bouworde, prachtige ligging en uitstekend ingerichte lees- en gezelschapszalen. Daar treft men ook nomaden aan, maar Europeesche, nl. globe-trotters en mondaines in de elegantste toiletten.

Zij lachte zenuwachtig, terwijl zij sprak en hem opnam met haar vage vergeet-me-niet-blauwe oogen. Zij was eene vreemde vrouw; haar toiletten schenen in een warrelwind ontworpen en in een stormwind aangedaan te zijn. Zij was gewoonlijk verliefd op iemand en daar hare passies nooit beantwoord werden, had zij al hare illuzies behouden.

Zoo stond zij daar blond, blondblank en zwart, een beetje somber in het licht van andere toiletten, en als eenige helte, in haar ooren een paar diamanten, die waren als droppelen dauw. Er was eene trilling in hare dunne Suède vingers, die den waaier bewogen: eene zwarte tulle transparentheid, waarop dezelfde loovertjes van git glinsterden als met een spel van glansjes zwart.

Dit waren de echte "Society women", vrouwen die in de groote wereld van New-York den toon mede aangeven; die haar tijd besteden met zich eenige keeren daags in andere toiletten te steken; nooit ongedecolleteerd aan tafel verschijnen, zelfs al zijn zij zonder gasten; die de kerk elken Zondag bezoeken, doch met geen ander oogmerk als dat waarmede zij naar opera of ander publieke gelegenheid gaan, in hoofdzaak om te zien en gezien te worden; die haar kinderen laten opvoeden door dienstboden en ze niet meer dan een of twee keer daags zien; in 't kort met een klasse van vrouwen, waarvan Amerika helaas een al te groot aantal bezit, vrouwen wier ouders gemakkelijk en snel rijk zijn geworden, van welken rijkdom de kinderen nu goeden sier maken.

De Van Larens gaan zeker altijd in hofrijtuigen naar een buitenpartij.... met een gegalonneerden knecht! zeide Georges. In toiletten

Vele natiën zijn daar vertegenwoordigd, vele talen worden er gesproken, de grootste verscheidenheid van toiletten kan men er zien, en op een zonnigen dag is het tooneel, dat zich daar aan het oog vertoont, vroolijk en schitterend als een carnaval.