Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 oktober 2025
En langs deze eeuwig schoone spooren wij nu weder terug naar ons punt van uitgang; steeds volgen wij de kust en belangwekkend is het te zien hoe aan de gloeiende lavastroomen die zich in woeste vaart van uit den krater op den berg hadden gestort, alles in hun vaart vernielende en medesleepende, door de nog machtiger zee een tot hiertoe en niet verder werd toegeroepen, hoe zij door het water gebluscht, zich in groote rotsgevaarten en onmetelijke steenkolossen langs de kust hebben opgestapeld, daaraan een afwisseling gevende van wondere grilligheid en onvergelijkelijke schoonheid die het oog voortdurend geboeid houdt.
Toen had zij haar eigen schoon gelaat op de wond van haar geliefde gedrukt, om het stroomende bloed te stelpen, en daarbij waren weder al die zoete, liefkoozende namen over hare lippen gekomen, die zij den nu stervenden man in den lentetijd hunner liefde toegeroepen had. Zijn verschrikkelijk lijden maakte dat zij haar eigen droevig lot vergat.
Toen Charmion eindelijk naar haar toekwam om haar toe te spreken, was het reeds te laat, want de vertoornde Koningin had haar den rug toegekeerd en Iras toegeroepen: »Zij moet op de Lochias blijven. Haar schuld is bewezen; doch het komt de beleedigde partij, de aanklaagster, niet toe haar vonnis uit te spreken. Dat blijft overgelaten aan den rechter, in wiens handen wij haar stelden."
Wij kennen het geheim uwer ontbreidelde kracht. Bruist, ziedende golven, valt donderend aan den voet der aarde neder! Wij verstaan dat zieden en bruisen, dat donderend geweld. Aarde, zee en winden, zingt uw grootsch minnelied. Hemel, Tijd en Ruimte, weergalmt van dien zang! Want het leven heeft ons het antwoord op zijn raadsel toegeroepen!
En langs deze eeuwig schoone spooren wij nu weder terug naar ons punt van uitgang; steeds volgen wij de kust en belangwekkend is het te zien hoe aan de gloeiende lavastroomen die zich in woeste vaart van uit den krater op den berg hadden gestort, alles in hun vaart vernielende en medesleepende, door de nog machtiger zee een tot hiertoe en niet verder werd toegeroepen, hoe zij door het water gebluscht, zich in groote rotsgevaarten en onmetelijke steenkolossen langs de kust hebben opgestapeld, daaraan een afwisseling gevende van wondere grilligheid en onvergelijkelijke schoonheid die het oog voortdurend geboeid houdt.
Recht voor ons uit toonde een donkere stip op het water, waar de =Aurora= zich bevond, en het witte schuim achter haar bewees met welke razende snelheid zij voorwaarts vloog. Wij snelden barken, stoomers en koopvaardij-schepen voorbij. Wij werden in de duisternis van alle zijden toegeroepen, maar de =Aurora= vloog nog steeds voort, terwijl wij haar spoor al dichter en dichter volgden.
Zoo zouden dan de onderwijzers hunne leerlingen in het Fransch doen kampen, niet in het Vlaamsch; de wedstrijd in het Vlaamsch zou bij gebrek aan mededingers onderblijven, en men zou het Vlaamsche volk met den boozen lach der zegepralende slimheid toegeroepen hebben: Verdwaalden, wat roemt gij op eigen zeden, eigen aard en eigen taal?
Al sedert bijna zestig jaar, van den dag af waarop hij haar het eerst met zijne spade aanraakte heeft zij hem toegeroepen dat zij op hem wachtte. Hunne liefde moest hierop uitloopen, de aarde kon niet anders dan hem tot zich nemen en hem bij zich behouden. En welk een heerlijke rust! Hij zal niets anders vernemen dan de lichte pootjes der vogelen, die de grashalmen doen nederbuigen.
De kolonel wachtte voor den anderen hoekschen wal van het terras, hield de hand aan den hoed of het woei daar, en onder zijn snorren versmolt het vriendschappelijk toegeroepen groeten. Hier, van-uit het zonnige volk, klapte, keelde en niesde het druk-zijn van de monden en het steeg uit de zwoelte de lucht in, die gromde of ze van bijen vol was.
Och, ik heb 't mijzelve al zoo dikwijls herhaald, luide toegeroepen, dat droomen en idealen onnoodige ballast in onze Inlandsche Maatschappij zijn, eene overbodige en gevaarlijke weelde! maar dat zegt de mond alleen, op inblazingen van dat koude, koele verstand; het hart, dat domme dwaze ding, kan er zich niet van los maken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek