Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Men kan zich daar eigenlijk niet over bedroeven, want zoo heel ongevaarlijk is hij niet. In donker of in den nevel kan hij gruwelijke onheilen aanrichten, als hij niet tijdig wordt bemerkt en met een stoomboot in botsing komt. Verscheiden van de groote transatlantische stoomers zijn aan zulke botsingen ternauwernood ontkomen. Het monster zou het grootste schip als een noot kraken.
Zij had dat kunnen doen; maar dan had zij hare voortstuwende werktuigen met volle kracht moeten laten werken. Robur vergenoegde zich een gematigde vaart te onderhouden, die evenwel toch nog die der snelste transatlantische stoomers verre overtrof. Den 13den Juli sneed het luchtschip de evenachtslijn. Die heugelijke gebeurtenis werd aan het geheele personeel medegedeeld.
Ook ik menig en menig keer stak de aloude rivier over, Sloeg de Twaalfde-maands zeemeeuwen gade, zag hen hoog in de lucht drijven met beweginglooze vleugelen en wiegelende lichamen, Zag hoe het glinstergeel lichtte op een deel hunner lichamen, terwijl het overige in zwarte schaduw bleef, Zag ze in langzaam beschreven cirkels zachtkens in het Zuiden dalen, Zag den weerschijn van zomerlicht in het water, Werd verblind soms door den glinsterenden zonnestroom, Keek naar de fijn uitsprankelende lichtspaken om de weerspiegeling van mijn hoofd in het zonneweerkaatsende water, Keek naar den nevel over den rug der heuvels Zuidwaarts en Zuidwestwaarts, Keek naar den stoomdamp in dikke violetgetinte vachten heendrijvende, Keek in de richting van den beneden-baaij om de aankomst der schepen te zien, Zag ze naderen, zag aan boord hen die mij na waren, Zag de witte zeilen der schoeners, zag de sloepen, zag de schepen voor anker, De matrozen aan hun werk in het want of schrijlings op de sparren, De ronde masten, de schommelende beweging van de kielen, de ranke, kronkelende wimpels, De groote en kleine stoomers in vaart, de loodsen en de loodshuizen, Het witte zog in de vaart achtergelaten, de snelle, sidderende wenteling der raderen, De vlaggen aller natiën en hoe zij bij zonsondergang gestreken werden, De uitgeschulpte golven in den schemer, het scheppen der raderborden, het dartelende, glinsterende gekuif, Het verre verschiet dat steeds neveliger werd, de grauwe muren van de steenen pakhuizen der dokken, Op de rivier het schemerachtig beweeg, de zware stoomsleepers dicht naast elkaar aan weerskanten bij de sloepen, de hooischepen, de door den nacht verraste lichters, Aan den naderenden oever de vuren der gieterij-schoorsteenen hoog op en helder vlammend in den nacht, En hun flikkering van zwart en bloedrood en geel licht werpende over de daken der huizen en omlaag in de straatspleten.
Recht voor ons uit toonde een donkere stip op het water, waar de =Aurora= zich bevond, en het witte schuim achter haar bewees met welke razende snelheid zij voorwaarts vloog. Wij snelden barken, stoomers en koopvaardij-schepen voorbij. Wij werden in de duisternis van alle zijden toegeroepen, maar de =Aurora= vloog nog steeds voort, terwijl wij haar spoor al dichter en dichter volgden.
Groepen van schepen, meestal een groote driemaster met veelgerookte stoompijp aan het hoofd, in het midden der rivier; daaromheen andere, kleine stoomers of lange, platte, breede aken en Rijnschepen, op slakken gelijkend, als eilanden onbeweeglijk, muurvast in het stroomende water.
In de stad zijn wij daarom nog niet. 't Is nog wel een goed kwartier gaans eer wij het terrein der dokken achter ons hebben, met de geweldige stoomers, waarbij onze boot, die er toch ook wel wezen mag, een notedop schijnt, met lange reeksen pakhuizen en loodsen, met machtige stoomkranen en een menigte spoorwagens, vol geladen of op lading wachtend.
En onder de honderden te Toulon, die zich hadden voorgesteld om op dien dag het feest in "Nizza la bella" te gaan bijwonen en er het vroolijk gewemel van stoomers en zeilers en roeiers op de Baie des Anges te genieten, o, ze bleven verre van de schoone stad, maar ze tuurden met starren blik op diezelfde zee, aan wie ze hun dierbren terugvroegen, 't zij met een traan of een zucht of met een "Ah, ces eaux maudites!" op de lippen.
Zij zaten op een bank, zagen de kranen werken en hoorden de stoomers toeteren. Grootvader was het vraagbaken dat voor alles een antwoord vond dat het kind voldoening gaf. Grijsaard en kind lieten hun verbeelding vrij spel. Pa weet dat allemaal niet, misprees Albertken. Foei, strafte Snepvangers gevleid.
In de Julimaand van het jaar 1907 had ik het voorrecht, met een mijner zoons, een alleszins aanbevelenswaardige reis te maken. Buitengewoon is die reis, met een der stoomers van de Maatschappij Nederland naar Genua, om overland terug te keeren, volstrekt niet.
In vroegeren tijd werden deze vogels, om hunne buitengewone manier van in het water te pagaaien en te plassen, harddravers genoemd; doch nu noemt men hen veel gepaster stoomers. Hunne vleugels zijn te klein en te slap om te vliegen; maar door er deels mede te zwemmen en deels de oppervlakte van het water te slaan, bewegen zij zich zeer snel.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek