United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Prior van Jorvaulx maakte een kruis, en zeide een paternoster op, waaraan allen eerbiedig deel namen, behalve de Jood, de Mohammedanen, en de Tempelier, welke laatste, zonder zijn hoofd te ontblooten, of eenigen eerbied voor de heiligheid der reliquie te toonen, een gouden keten van den hals nam, welke hij op de tafel wierp, terwijl hij uitriep: "Laat Prior Aymer mijn pand en dat van dien naamloozen landlooper bewaren, als een teeken, dat, als de Ridder van Ivanhoe binnen de Britsche zeeën komt, hij op de uitdaging van Brian de Bois-Guilbert moet antwoorden; en, zoo hij ze niet aanneemt, zal ik hem voor een lafaard bij alle Tempeliers van Europa uitmaken."

Deze stichting der Tempeliers lag tusschen schoone, vette weiden, welke de vorige vrome Preceptor aan de Orde ten geschenke gegeven had. Het gebouw was goed versterkt; iets dat deze ridders nooit verzuimden, en dat de onveilige toestand van Engeland noodig maakte.

Om beurten stond hij den Franschen dauphijn bij en den koning van Engeland, de tempeliers van Jeruzalem, den surena der Parthen, den negus van Abbessynië en den keizer van Calicuta.

Men wil ook, dat dit kasteel den Tempeliers tot woonplaats verstrekt heeft, en als dat juist is, moet de stichting tusschen 1118-1314 hebben plaats gevonden.

Richard alleen, alsof hij het gevaar beminde, hetwelk zijne verschijning uitgelokt had, reed langzaam voorbij het front der Tempeliers, luid roepende: "Hoe, mijn heeren! is er onder zoo vele dappere ridders geen één, die een lans met Richard durft breken? Heeren van den Tempel! uw dames moeten erg door de zon verbrand zijn, als zij de splinters van een gebroken lans niet waard zijn!"

Een psalm, dien hij zelf met een diepe, zachte stem, welke de ouderdom nog niet van hare kracht beroofd had, medezong, was het begin van den dag: en de plechtige tonen: Venite, exsultemus Domino, welke de Tempeliers zoo dikwijls aanhieven, eer ze ten strijde gingen tegen aardsche vijanden, werden door Lucas voor het geschiktst geoordeeld, om tot inleiding te dienen voor de naderende zegepraal van het licht over de duisternis, zooals hij het noemde.

Te recht had Wamba gezegd, dat eene zijden muts geen stalen kling kon weêrstaan. Zoo scherp was des Tempeliers zwaard, dat het de met ijzer beslagen greep van de knots, welke de ongelukkige Sakser zwaaide, om den slag af te wenden, als een wilgen tak doorkliefde, en op zijn hoofd neêrkomende, hem ter aarde deed storten. "Hah! Beauséant!" riep Bois-Guilbert.

Ik zeg, dat op dezen dag ieder ridder driemaal streed, en drie vijanden ten onderen bracht. Ik voeg er bij, dat zeven dezer aanvallers Tempeliers waren en Ridder Brian de Bois-Guilbert is zeer wel overtuigd van de waarheid van hetgeen ik u vertel." Het is onmogelijk de woede te schilderen, welke het zwartbruine gezicht van den Tempelier nog donkerder kleurde.

De Jood bleef omtrent drie uren onveranderd in dezelfde houding, toen men voetstappen hoorde op de trap, die naar de gevangenis leidde. De grendels kraakten, de hengsels knarsten bij het openen, en Reginald Front-de-Boeuf trad in de gevangenis, door de twee Saraceensche slaven des Tempeliers gevolgd.

"Op mijn woord," zei Wamba, "de Tempeliers zijn meer op de erfenis der Joden dan op hun gezelschap gesteld!" "Bedaard, waarde gasten," zeide Cedric; "mijne gastvrijheid mag niet door uwe ontevredenheid belemmerd worden.