United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met de baardjes en kneveltjes kon hij dit moeilijk doen; maar toch worden ook deze minder op den voorgrond gebracht dan in 1631. Van knevels en baarden gesproken, het prentje "Evertsen voor de Staten van Zeeland", eene historieplaat van een negentiendeeuwschen teekenaar, geeft figuren uit hetzelfde tijdvak als Rembrandts Staalmeesters.

Te deksel.... De strijd, in het stadium gekomen van het elkaar niet meer groeten, werd er intenser op. Om nadere informaties verzoekend, bleek mij dat de kunstkenner de teekening ondersteboven had gehouden. Men zwijgt hooghartig bij zulke enormiteiten. "Welk een afschuwelijke samenwerking, nietwaar lezeres? Ieder teekenaar zou er op die manier de brui aan geven. Nòg was 't einde niet daar.

Let eens op, hoe, uit de geschaduwde linker helft van het gelaat, het oogwit tusschen oogappel en ooghoek speelsch en blijmoedig te voorschijn licht. Dat wit gelaten plekje draagt er wel toe bij, om ons den indruk van leven, van vroolijk, schalksch leven te geven. Zit het mondje strak en ernstig af te wachten, wat de teekenaar van de schets zal maken, of speelt ook daar niet hetzelfde lachje?

Voorwaar, die man is, als teekenaar, als schilder, grooter nog dan als kunstwerker, en wel waardig dat de dichters zijn lof bezingen."

't Had eens moeten gebeuren in den huize Pieterse, al was 't maar met 'n dubbeltjes-kruik scharrebier geweest! De teekenaar spreekt: "meent ge dat ik den verleidelyken indruk van zulke schetsen niet voorzag? Wordt ze niet uitgewischt door wat er volgt?" Volstrekt niet! Zie maar: Derde tafereel. Heerlyk! Hoe romantisch is die wildernis!

Kan men in eene afbeelding niet merken, dat de teekenaar onder den indruk van eene gemoedsbeweging heeft gewerkt, dan heeft men waarschijnlijk te doen met een stuk van geringe waarde. Eene goede teekening weerspiegelt zelfs de stemming van den teekenaar in een bepaald tijdperk van zijn levensloop.

De punt zet de lijnen niet op, maar in de was; ze kan zich door de zachte massa heel gemakkelijk bewegen, en dit vergunt den teekenaar dus, om los en zwierig te werken, zwieriger, dan wanneer hij met een mes zijn beeld in palmhout snijdt, om eene houtsneeprent te maken. Wat er nu in de was staat, kan hij niet met inkt aansmeren, om op papier af te drukken. Daarvoor is alles te zacht.

Er is geen samenhang tusschen de twee. De teekenaar was bang, dat we geen steen van hout zouden onderscheiden en maakte de verschillen veel te duidelijk. De achterwand valt uit elkaar. Ook schijnt hij zich heel ver achter het schilderijtje boven de kast te bevinden. Achter de heeren Staalmeesters zien we hout en steen in bijna dezelfde tint. Het verschil is gering.

Toen de groote teekenaar van dezen tijd, de sedert den oorlog wereldberoemd geworden heer Raemaekers in beeld wilde brengen, "wie de rekening van den oorlog betalen", toen schetste hij in drie teekeningen: "de Moeders, de Weduwen, en de Kinderen". Het waren vrouwen, oud en jong, vrouwen uit alle rangen en standen der maatschappij, die hij ons voor oogen bracht.

Het trekt ons in haar aan, dat ze zich zoo argeloos onschuldig geven kon aan den teekenaar; dat ze zelfs op dit oogenblik niet dacht aan nette houding, aan gezicht-in-de-plooien, aan toilet of kapsel. Ongetwijfeld is hier de verklaring te zoeken, waarom we het beeld lief vinden, en waardoor het ons bekoort. Daar komt nu nog iets bij, dat op den teekenaar betrekking heeft.