Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Naderhand hangt ze een breed kamerkleed over hare schouders, en de blauwe vierkantjes die, van eendere grootte en verschilligen verftoon, op de witte vouwen tichelen, stichten daar een stippelspel van licht, hetwelk de malschheid van haar hals en de teerheid van hare blozende wangen zeer in waarde stelt.
Niets van beeld of lyriek in het "Contrat Social." In de hier behandelde groep werken van Rousseau staat het afzonderlijk door zijn strengen vorm, zijn logischen bouw, zijn lakonischen stijl. Opzettelijk heeft Rousseau elke versterking van het betoog door gevoel of verbeelding vermeden, met ijzeren hand dringt hij de smeltende teerheid terug, bedwingt den hartstocht.
De beelden van Thothmes III, Amenophis, den zoon van Hapu en koningin Tyi hebben eveneens groote aesthetische waarde. De teerheid en fijnheid van dit meesterwerk overtreft bijna elk ander beeldhouwwerk, dat in Egypte van dezen tijd is bewerkt. Er begint inderdaad uit de Egyptische kunstwerken van dezen tijd een grootere verfijning te spreken, zelfs in de voorwerpen van huiselijk gebruik.
Het is, alsof zijn lichaam in teerheid en witheid één geheel vormt met het gesteente, alsof hij reeds een bestanddeel vormt van den schoot der aarde, waaraan zijne bloedverwanten hem hebben toevertrouwd.
Ze probeerde te denken aan moeder.... Moeders gezichte doezelde weg en ze kon geen beeld opvangen, dat stiptelijk moeder was. Haar zinnen roerden in ziekelijke teerheid, rustend bij 't doode Wiezeken, rustend bij Romaan en Madeleen, want dáar was tegenwoordig een rust, waar ze lange stonden in verwijlen wou. Ze luisterde alles af....
De middeleeuwsche geest ziet terstond een symbolische beteekenis: maagden en martelaars stralen in heerlijkheid tusschen hun vervolgers. Hoe komt de gelijkstelling tot stand? Doordat de hoedanigheden dezelfde zijn: de schoonheid, teerheid, zuiverheid, de bloedroodheid der rozen zijn ook die der maagden en martelaars.
Wie heeft die teêrheid van geweten Des sterken voorgeslachts niet lief? Een schakel van de onzigtb're keten, Waar langs het zich, tot God verhief! Een wijle peinzens, toen bedaarde Het zelfverwijt in 't vroom gemoed, 't Geen 't luchtig deuntjen zich verklaarde Uit d'angst, door schok op schok gevoed, Uit koortsig brein, de prooi van 't bloed, Dat onbewust is wat het doet.
Met de snelheid van den bliksem was Alonzo uit den zadel gesprongen, en terwijl de schimmel, vrijgelaten, naar den stal en de hem reeds welbekende kribbe liep, ijlde Alonzo naar zijn dierbare Adelgonde, en drukte haar met onstuimige teerheid en liefde aan zijn beklemde borst.
De reep hemel, gezigzagd tusschen de elkaâr toe neigende dakenlijnen, telkens gebroken, blauwde in klare diepte. Een kristallijnen teêrheid van licht gleed de Aprillucht uit, de straat in. Zonneschijn overgloorde als met dun gouden glansen het grauwe steen en rossigde het.
O dat uitstekende topje! hij zou het willen aanraken, hij zou haar willen ontsluieren en dan op dat topje een zoen drukken, en haar zeggen: Hier is hij die over u waakt als gij slaapt! Hier is hij van wien gij "droomend waakt en wakend droomt"; die u "wil omstrengelen met de teerheid van zijn hart". Maar helaas! paf! daar barst ook de tweede paille handschoen. Schrikt ze wakker? Nee! zie maar.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek