Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Wel, wel! vervolgde hij, zijn neef toesprekend, mijnheer de toekomstige staatsraad hier onder krijgslieden tusschen de tenten! Even goed, dunkt mij, antwoordde Parviz, als mijn waarde oom, de wijsgeer! Doch ik erken gaarne, dat ik voor 't overige evenmin kans zie hem ooit te evenaren in zijn staatsmanswijsheid en geleerdheid als in de wapenfeiten die hij bedreven heeft.

Ook de hertog van Aerschot, het aanzienlijkst lid van den Staatsraad, die uit het vorstelijke huis van Croy afstamde, boezemde noch door zijn verleden, noch door zijn karakter vertrouwen in.

Het zwaartepunt der geheele wetgevende en zelfs der uitvoerende macht berustte volgens de nieuwe constitutie bij de Staten-generaal en bij den door deze te benoemen Staatsraad; zelfs de hoogere beambten en officieren mocht de gouverneur-generaal niet zelfstandig benoemen.

De kardinaal wist dit wel, maar hij bekommerde er zich weinig om; hij was tevreden, indien de wijze, waarop hij zijn ambt als lid van den staatsraad vervulde, de goedkeuring van Philips II wegdroeg. De Nederlanders vreesde hij volstrekt niet, ja hij trotseerde en prikkelde in zekeren zin hunne woede door zich zelfs jegens de aanzienlijksten zeer hoogmoedig en gebiedend te gedragen.

Daarop wijst ons althans de Russische rapporteur op het Londensche Congres van Juni 1899, de staatsraad en senator A. Sabouroff.

Hij verliet hem nooit, evenmin als het beleid, dat hem verhinderde, zich doelloos in gevaar te storten. Van een geheel anderen aard als Willem van Oranje was diens ambtgenoot in den staatsraad, die met hem de volksvrijheden der Nederlanders tegen Granvelle en diens medestanders verdedigde, Lamoraal, graaf van Egmond. Egmond was, toen Philips II de Nederlanden verliet, 38 jaar oud.

«Wil ik je eens een nieuwtje vertellen, Peterzeide zij, toen zij terugkwam, «het is een goed nieuwtje! Lotje van den burgemeester is met den zoon van den staatsraad verloofd; het engagement is er gisteren doorgegaan.» «Neenzei Peter en sprong van zijn stoel op. Maar zijn moeder zei: «JaZij wist het van de barbiersvrouw, wier man het uit den eigen mond van den burgemeester gehoord had.

Te vergeefs beklaagden Oranje en Egmond zich hierover bij den koning; zij verklaarden, dat zij de verantwoordelijkheid voor de in den staatsraad genomen besluiten niet deelen konden, wanneer zij daarvan niet eens mededeeling ontvingen.

Nooit zouden de Nederlanden bij het Fransche koninkrijk ingelijfd worden, alle dienaars des hertogs en alle beambten zouden uit de Nederlanders gekozen worden, aan niet meer dan ten hoogste twee Franschen mocht hij eene plaats in den staatsraad geven. Holland en Zeeland zouden ten aanzien der godsdienst en van hun regeeringsvorm op den tegenwoordigen voet blijven.

Ook Jozef, door wiens invloed zijn zwager Bernadotte kort te voren tot staatsraad was benoemd, onderhield relaties met zijn broeder vijandig gezinde personen, als Benjamin Constant en mevrouw de Stael. Was dit kwade trouw of onnoozelheid? Wie zal 't zeggen?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek