Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
In den nacht had het geregend en nu was alles eens zoo frisch en versch. Een breede, malsche wind rolde heerschend over de wereld; de nevelen waren weggevaagd en de zon zoelde verjongd en verrijkt van tusschen melkwitte rappe wolken op de groene aarde! Het schip veerde nu met spierwitte open zeilen, die de wind deed zwellen lijk buiken.
De dame, die hij hierop als de freule Constance uitduidde, werd binnengeleid door een oudachtig edelman, met een bijna kaal hoofd, maar dat aan de slapen nog versierd werd door eenige dunne spierwitte krullen, die aan zijn kleurig gelaat een zeer belangwekkend voorkomen bijzetten. Zij zelve was eene schoone jonge vrouw van omstreeks zes- of zevenentwintig jaren. Nooit zag ik edeler voorkomen.
Maar daar komt de priester in zijn met goud geborduurd misgewaad; zijn lange baard en zijn spierwitte haren omringen het patriarchengelaat met de zachte en toch mannelijke trekken; hij zingt langzaam enkele woorden, en de menigte knielt met het gelaat tot den grond gebogen.
'k Ging af op het geluid, maar hoorde dra Het schreeuwend wicht bekijven met de woorden: "Stil, donk're schelm, half mij en half uw moeder, Verried niet fluks uw kleur, wiens welp gij zijt, Had u natuur begaafd met moeders uitzicht, Dan, schurk, hadt gij een keizer kunnen worden; Maar bij spierwitte kleur van stier en koe, Wordt nooit een kalf, dat koolzwart is, gefokt.
Voortdurend moest de een het gezicht van den ander bekijken, en dan vonden we meestal een bevroren neus of een spierwitte wang. Dan deden wij wat de Eskimo's doen; we trokken een warme hand uit den vuisthandschoen en legden haar op de bevroren plaats, tot het bloed er weer circuleerde.
Kellners, als heeren in gala, loopen beweeglijk om de lange, groote tafel, die bloemstukken draagt en verborgen is onder witte, spierwitte kleeden. Ze dragen stapels servetten, de kellners, en ord'nen de tafel. Beneden de eetzaal, brandt licht ook. Het is alles te zien zoo. Hier rijen groote houten, blankgeschuurde tafels, dragende glimmende koperen pannen.
Ze drongen er zenuwachtig omheen, half-angstig de vrouwen vooral om te kijken naar het verwrongen, roodgezwollen gelaat en de spierwitte handen van den doode, totdat een open wagen kwam aangerold over het strand, de veldwachters met gezaghebbend gebaar ruimte kwamen maken en het lijk, met een deken of wat zakken overdekt, werd weggereden naar het station...
De heer Benner, met wien ik mijn kamer deel, is te veel kunstenaar, om het niet met mij eens te zijn, en wij zouden nog lang over dit onderwerp hebben doorgepraat, als de groote vermoeienis van den dag ons niet had bewogen, om eindelijk het welbehagen te genieten van de aanlokkelijke bedden met de spierwitte lakens.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek