United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik weet het niet; maar, nu zijn overheerlik mij nog in de ooren trilt, en ik hem in 't groote bosch langzamerhand zoo heel klein zie worden.... nu geloof ik toch dat hij in zijn "Spectator" bij ongeluk God zonder hoofdletter heeft geschreven. Ik nam het voor ernst, en vond het.... kinderachtig.

De vertaling, die hier den welwillenden lezer wordt aangeboden, was reeds meer dan twintig jaar geleden door mijn vader voltooid. Later heeft hij echter bij tijd en wijle het werk weer onderhanden genomen, eenige hoofdstukken ervan gepubliceerd in den Nederlandschen Spectator, een gedeelte persklaar gemaakt, een grooter deel nogmaals gecorrigeerd.

Een Kwakzalver is altijd vol vaderlandsliefde, zoo b. v. de man van wien Addisson in zijn ~Spectator~ verhaalt.

Maar ofschoon de man gerust mocht lachen, aangezien de Spectator zoomin als de redactie een mijnheer is immers indien ik mij niet bedrieg bestaat de laatste uit twee of drie mijnheeren zoo schreef ik toch in navolging van anderen: Mijnheer de Spectator, en 't blijft er staan.

En dan nog wel in der haast geschreven omdat de nood in Ferrara zoo groot is. Nobel, allernobelst! ik wensch den schrijver met zijn edel hart, de meeste voldoening toe, en hoop dat honderden zijn Dientje Van 't Veer zullen lezen en koopen. Waarde Spectator! Gij hebt u herinnerd dat ik geen critiek schrijf, en vraagt mij nochtans mijn oordeel over het verhaal uit de Betuw van den heer S. R.

Wie met zijn' tijd medeleeft, en wie dit boek en nog veel meer andere boeken over hem en zijne ontdekking gelezen heeft, vraagt niet meer »waaromwant hij weet het, en stellig stemt hij in met het kernachtige onderschrift van de plaat in »De Nederlandsche Spectator« van den dertienden Augustus van dit jaar: »Voor vier eeuwen verwon Columbus 't kampioenschap der wereld.

's-Gravenhage, 9 Sept. 1863. "Mijnheer de Spectator!" Om dien aanhef heb ik eens iemand vreeselijk hooren lachen. Die lacher vond het dwaas, en bovendien vond hij niets heerlijks aan de Spectator. ZEd. was boekverkooper en had er geene enkele bestelling op.

Geloof mij inmiddels met de meeste hoogachting te zijn: WelEd. Zeer. Gel. Heer, 12 Febr. 1866. Uw. Dw. Dienaar. Mijnheer de Spectator! Vergun mij u iets mee te deelen. Omdat gij er nog niet van gesproken hebt vermoed ik dat het u òf onbekend òf althans slechts bij geruchte zal bekend zijn. Natuurlijk kent gij Dantes Divina Commedia.

Mijnheer de Spectator, terwijl ik weet dat gij mij gaarne het prachtwerk gunt, 't welk ik dank aan een gelukkige kennismaking met den Kunstenaar Mæceen, geef ik u evenzeer de verzekering dat Dr. Hackes werk ten mijnent voor u met de meeste liefde ter lecture en ter bezichtiging openligt. Kom en gevoel mét mij, wat reuzenarbeid de dichter ondernam, en voor een derde reeds ten einde bracht.