United States or Zambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sikes deze vraag uitte, was niet hetzelfde, dat hij in huur had vóór de inbraak in Chertsey, ofschoon het in dezelfde wijk van de stad lag en zelfs niet ver van zijn vroegere woning. Het zag er niet zoo gezellig uit als zijn oude kwartier; 't was een armoedig, slecht gemeubeld, eng kamertje, alleen verlicht door een klein dakraampje en in een nauw, vuil slop gelegen.

Aan het einde verhief zich deze versperring, welke van de straat een slop maakte; 't was een beweginglooze stille muur; men zag er niemand, hoorde er niets; geen kreet, geen gerucht, geen adem. Een graf. De schitterende Junizon overstroomde met licht dit vreeselijk gevaarte. 't Was de barricade der voorstad van den Tempel.

Met de geestkracht van een strijd op dood en leven sprong Valjean over de straat, liep het slop in, brak het slot van 't kastje met de punt van zijn mes open, en een oogenblik later was hij weder bij Cosette. Hij had een touw. Zij die, tegen het noodlot worstelend, naar hulpmiddelen zoeken, handelen snel. Wij hebben reeds gezegd, waarom de lantaarns dien nacht niet ontstoken waren.

Onwillig om het zon-violet van het donkere slop te moeten ingaan, bleef hij nog wat kijkend staan. Onder het muurvlak daar zaten een rist in doeken en plooien verscholen vrouwen, hel met den witten wand in de vlakke zon. Donker streepte het open voor de oogen, donker lag een kort blauw schaduwtje achter hun breed zitten aan.

De abbé Caurie sprak, in een kleinen kring seminaristen in het slop der Feuillanines, met lof van een onbekenden priester, Félicité Robert genaamd, die later Lamennais werd. Iets dat rookte en plaste op de Seine, met het geluid van een zwemmenden hond, ging van den Pont Royal tot aan de brug van Lodewijk XV heen en weder, voorbij de vensters der Tuilerieën.

Javert kwam tijdig genoeg op de brug om aan den overkant van het water Jean Valjean met Cosette aan de hand, over de door de maan verlichte plek te zien gaan en hen de straat Chemin-Vert-St.-Antoine te zien inslaan; hij dacht aan het slop Genrot, dat zich daar als een valluik bevond, en aan den eenigen uitgang der straat Droit-Mur in de kleine straat Picpus.

Het Zoccorumoer verdoofde, 't werd weêr 't geroezem in een grooten zeehoorn gelijk. Achter den teêrloopenden man met zijn jonge reuzenschouders liep hij in het donkere slop.... 't Leek wel of die voorlooper dansen zou gaan.... Maar 't was om te schrikken geweest, daar hurkte hij in eens neêr, en ging op zijn hielen in de nis zitten van een insnijdende poortdeur.

Kom, ouwe jongen, vooruit!” ’t Is een armoedige, kleine woning, die door Dirk De Vries, bijgenaamdde manke”, met zijn groot gezin wordt bewoond. Het lage bouwvallige huisje, dat zich in een slop, uitkomende in de Passeerderstraat, bevindt, bestaat slechts uit één vertrek, met een klein hokje, een zoogenaamd keukentje er naast.

Door het slop smakten en zogen de schoenzolen weêr voort of sloffend òp van uit het benauwde lage, telkens wanneer het brokkelige gepraat, het harde klanken van Vogels stem maar even stil was.

Merkwaardig is in dit opzicht de Voorstraathaven, die de stad van oost naar west in boogvorm doorsnijdt. Overal, op elke brug, uit ieder slop, van alle steigers, levert de haven den meest imposanten aanblik.