Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Silas Toronthal gevoelde zich, alsof hij door een knodsslag op het hoofd getroffen werd, toen hij Piet Bathory herkende, dien hij sedert lang dood waande. Sarcany daarentegen had de armen over de borst gekruist. Behalve dat zijne oogleden lichtelijk beefden, vertrok zich geen spier van zijn gelaat en bewaarde hij een uittartend stilzwijgen.
Toen was Silas Toronthal, die steeds door Sarcany in die doolhoven van het dobbelspel voortgesleurd werd, niet veel tijd meer gegund om tot verademing te komen. Zijn vermogen was spoedig te gronde gericht.
Daarna zou hij zich van Silas Toronthal wel weten te ontdoen. Hij zou hem dan vergeten, hij zou zich dat zwakke wezen niet meer herinneren, alsof hij nimmer bestaan had, hij zou niet meer willen weten, dat zij te zamen zaken gedaan hadden! Maar tot dat oogenblik moest de bankier in zijne afhankelijkheid blijven! Zoo had Sarcany het besloten en zoo meende hij dat het moest geschieden.
Geene hand, die hem toegestoken werd, om hem te redden! Sarcany deed geen enkele poging, om hem van die noodlottige plek te sleuren, om hem heen te voeren, alvorens zijn ondergang volkomen was, voor dat zijn hoofd verdwenen was onder de toeijlende golf van het verderf! Het was omstreeks tien uren, toen Silas Toronthal zijn laatsten inzet, zijn laatste maximum waagde.
Hij kreeg bevel, om zich naar het fortje te begeven, zich daarbij door Kaap Matifou te doen vergezellen, en Silas Toronthal naar het Stadhuis over te brengen.
"Zoo, zoo!" zeide hij. "Het is dokter Antekirrt, die mij op Fransch grondgebied heeft laten gevangen nemen! Hij is het, die mij wederrechtelijk van mijne vrijheid beroofd heeft?" "Wederrechtelijk? Durft Silas Toronthal, die in zijn leven zooveel wederrechtelijke daden pleegde, dat woord gebruiken?" "Ja, wederrechtelijk!" herhaalde de bankier, terwijl hij zijn toespreker onbeschaamd aankeek.
Dat heb ik gezworen!" "Ja, het moet, Namir, het moet! En te meer, daar van het vermogen van Toronthal nog maar weinig meer overblijft... Waarlijk, die arme Silas heeft weinig geluk bij het spel." "Gij zult hem niet noodig hebben, Sarcany, om rijker te worden, dan gij ooit geweest zijt!" "Dat weet ik, Namir, dat weet ik.
Het was meer dan waarschijnlijk dat wanneer de bankier Silas Toronthal met de plaats bekend was, waarheen Sarcany gevlucht kon zijn en waar hij zich zou kunnen ophouden, hij zich niet verplicht zoude rekenen geheimhouding te betrachten, vooral wanneer zijn eigen belang mede zoude brengen om haar te verbreken.
En daarna rechts wendende, overschreed hij eene kleine omheining, uit losse steenen opgetrokken, stak een schuinhellenden tuin dwars over, regelde zijne schreden dermate, dat hij voor Silas Toronthal op den grooten weg zoude uitkomen. Daar wilde hij zijn vroegeren medeplichtige opwachten, om met hem af te rekenen.
"Maar,..." poogde de ongelukkige te zeggen. "Als wij alles eens verloren?... Denk daar toch aan." Sarcany liet hem evenwel niet verder aan het woord, maar hernam oogenblikkelijk: "Silas, voelt gij dan niet dat de veine!..." "Als zij maar niet uitgeput is!" mompelde Silas Toronthal uiterst neerslachtig. "Ik heb zoo'n voorgevoel." "Neen! honderdmaal neen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek