Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


»Nee, Eter der mensen," antwoordde de aangesprokene, »dat kan niet zijn. Deze boden zijn profeten, en liggen onder een belofte. Zij moeten zwijgen, doch door mijn mond zal de geest van Majolo spreken." »Welnu, wat bericht ge dan?" vroeg Dingaan. Mazesi verhief zich als om op te staan, doch werd plotseling door een siddering bevangen.

Zij legt een klein en sneeuwwit linnen op de tafel en plaatst er twee borden op en een schotel met aardappelen. Terwijl het stil gebed nog zachtjes door het vertrek gaat, hooren ze eensklaps een gerucht van stemmen beneden de trap. Lenora, door een hevige siddering aangegrepen, wordt in haar gebed verstoord.

Maar somtijds treft ons een der korte, hamerende zinnen; een uitspraak, een formule, door haar kernachtige beknoptheid, beklijvend in het brein. Wij voelen de bedwongen siddering van verontwaardiging over het onrecht dat aan de massa's geschiedt, van weerzin tegen de dienstbaarheid.

Angst en siddering bevingen haar en koortskoude trok haar door de leden.

Jean Valjean keerde zich om naar dat gerucht; hij zag dat iemand in den tuin was. 't Scheen een man te zijn, die over het meloenbed tusschen de klokken ging, nu bukkende, dan zich oprichtende, dan weder stilstaande, met regelmatige bewegingen, alsof hij iets over den grond sleepte of uitlegde. De man scheen te hinken. Jean Valjean schrikte met eene siddering, die ongelukkigen steeds eigen is.

Eene koude, koortsachtige siddering voer door zijne leden, krampachtig klopte zijn hart, gelijk de aderen der stervende aan zijne zijde. Wederom opende zich het voorhangsel van het zijvertrek, wederom sloop Atossa binnen, en legde ditmaal de hand op zijn schouder. Huiverend sprong hij op, en ontwaakte. Drie dagen en drie nachten had Nebenchari bijna onafgebroken aan dit leger doorgebracht.

't Was reeds tamelijk laat, toen hij bij het heldere licht eener herberg in de straat Pontoise Jean Valjean bepaald herkende. In de wereld zijn twee wezens die het hevigst sidderen: een moeder die haar kind en een tijger die zijn prooi wedervindt. Javert gevoelde deze hevige siddering.

Maar met een siddering herdacht ze dan weer haar heilig verfoeien, van kind af gevoed, haar afschuw van zelf-een-eind-aan-je-leven-maken..., en krimpend inéén tot een knielende houding, bad ze van God haar daartegen toch te beschermen.... En ook was er die verre gedachte van hoop waar ze eerst nog geen redding in zag dat Paul van haar hield, dat hij misschien ... in-ééns ... door een wonder....

Dit sonnet heeft vele gedeelten; het eerste van hen zegt hoe ik de gewende siddering in mijn hart voel ontwaken, en hoe het schijnt dat de Liefde mij vroolijk verscheen, van verre komend; het tweede zegt hoe het mij scheen dat de Liefde in mijn hart tot mij sprak en hoedanig hij mij verscheen; het derde zegt hoe, nadat hij eene wijle naast mij gestaan had, ik zekere dingen zag en hoorde.

Ik was derwaarts gekomen, om mij door dien Egyptischen arts , die de kunst moet verstaan om kwade tanden zonder veel pijn uit te trekken, van zulk een leelijk exemplaar te laten verlossen. Aristomachus heeft mij met zijn vuistslag van het kranke deel mijns gebits verlost, en me die verschrikkelijke kunstbewerking bespaard, waaraan ik niet zonder siddering kan denken.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek