Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Gedurende deze bewerking buitelt het paard, van schrik en verbazing dat het aldus om zijn midden gebonden wordt, voortdurend over den grond en verkiest niet op te staan voordat het geslagen wordt. Als dan eindelijk het zadelen is afgeloopen, kan het arme dier van vrees nauwelijks ademhalen en is wit van schuim en zweet.

Moeder laat den trekpot haast vallen. »Ach God!" zegt ze. En in die twee woorden breekt al de diepte van haar smart uit. Dan haalt ze gauw een kussen van bed en legt het den armen man onder 't hoofd. Ze maakt zijn goed los en wascht zachtjes wat schuim van de blauwe lippen. Christien komt in nachtgewaad binnen geloopen, de oogen wijd starend.

De weg volgde beurtelings den eenen en den anderen oever, en telkens moesten wij het rivierke oversteken, nu eens over zware boomstammen tot een brug saamgevoegd, dan over losse planken, half in het water gedompeld en met schuim omzoomd.

Toen Estella de zee inging, was zij buiten zichzelve van vreugde. Zij trok de voeten heel hoog op en zette ze met kracht weer neder, luidkeels lachend over het opspatten van het schuim.

Zie! het daglicht verdwijnt op het land in de verte, maar de luister van de laatste zonnestralen blinkt nog op de zee. Weldra zal alles gedaan zijn. Hier is de wind sterk; hij rukt haar den hoed van het hoofd, maakt de opgebonden vlecht los, en zwierend hangen haar weelderige lokken langs haar hals en rug. Snerpend als zweepslagen, slaat het schuim haar in het gelaat.

Dan voegt men er 2 1/2 o. suiker, benevens wat kaneel, of geraspte citroenschil bij, slaat het tot schuim en dient het in glaasjes. Arakschuim. 1 k. zure room, 1 1/2 m. arak, of madera, en suiker naar den smaak, wordt tot schuim geslagen en in glaasjes gediend. Roomschuim.

Ze stuiven in toorn op en bespatten elkaar met schuim, vallen nu over een steen, dan over een stok, en springen weer op, om opnieuw te vallen, al schuimend en proestend en donderend. En die wilde, opgehitste golven, door de lentelucht als in een roes, dronken door hun pas herwonnen vrijheid, loopen nu storm op den ouden steenen muur.

De keizer leidde het ros naar de brug van de Oise en hij deed het twee molensteenen om zijn nek. Hij liet het in de rivier werpen. Hoog spatte het schuim, en Beyaert zonk; hij kwam dadelijk weder boven en ging zwemmen. Toen zag Beyaert zijn meester, en hij verbrak de steenen. Hij zwom naar het land, alwaar Reinout stond. De keizer beval: "Reinout, geef mij Beyaert weer, of ik zal u doen vangen."

Het diertje, levend verbrand, had zoo verschrikkelijk geleden, dat zijn lichaampje niet geleek op dat van een wezen dat geleefd had, maar op een stuk gewrongen en gerimpelden wortel. En op zijn mondje, dat open was, als om genade te vragen, stond een bloedig schuim, en zijn arm gezichtje was nat van zijne tranen. Wie heeft dat gedaan? vroeg de keizer.

Zij hield alleen van het spel tusschen golven en zonneglans, als ze zwemmende niet wist, of het schuim der zee was of warm licht, waartusschen haar blanke armen kliefden. De storm kwam op, en de wilde zee brak de dijken. De vloed voerde haar mede, en zij dreef het Purmermeer binnen, willoos, als was ze een stuk hout. Ze kon den weg niet meer terug vinden, en ze dook, om voedsel te vinden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek