Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Heel deftig en bedaard schreed ze door de rijen zittende vrouwen de zaal uit, maar nauwelijks was ze uit 't gezicht, of ze holde naar onze kamer toe, om zich van al dat gedoe te ontdoen. Nu was ze weer zusje, ons lief, vroolijk Kleintje, en geen Boeddhabeeldje. Dien avond werd de Profeet herdacht. Aan dat maal zitten uitsluitend mannen.

Ik zag haar in de zacht blanke nachteklaarte naderen als een teedere schim: zij was bleek en ernstig maar zoo lieflijk als ik nog nimmer haar meende te hebben gezien: iets minder kind en meer vrouw, schreed zij mij langzaam te moet: haar blonde haar omgaf zoo lieflijk kuisch hare broze slapen en teêr, bleek gelaat; een witte peplos plooide bijna als met lotusblankte van hare smalle schouders en langs haar slanke heupen en als blauwe lotus bloeiden hare oogen op in den blik, waarmeê zij mij zocht.

Hazewinden lagen er te rusten op een bordes. Dienaren gingen af en aan door de wapenzalen, en in de wingerddreef schreed een blonde knaap, tusschen een in bont gehulden grijsaard en een edelvrouwe met groote huive; eensklaps was daar niets meer, dan de twee lijken. Hij wierp zich plat voorover op zijn leger, en bleef schreien: "Ach! arme vader! arme, arme moeder!" tot hij insliep.

Na van de vermoeienissen en ziekten eenigszins hersteld te zijn, begaf Columbus zich op reis naar Granada, waar de Monarchen toen hunne residentie hadden, en den zeventienden December verscheen hij ten Hove. Ontroering greep ieder aan, die den grooten man zag. Met waggelenden tred, gebogen rug en doffe oogen schreed hij tusschen de Hovelingen door naar den troon der Vorsten.

Zij schreed in het sidderende en ritselende lichtkleed aan, op den langen weeë-zang der zee: gaan, gaan, met de knikkende mannenbeenen naast haar, die trappelden het spattend gefonkel.

Toen de deur geopend was en zij naar buiten gestapt waren, sloot hij haar weer. Daarna schreed Pescadospunt vooruit en sloop door de galerij langs den muur der patio. Het kon toen zoo ongeveer half twaalf in den nacht zijn. Eenige lichtstralen ontsnapten nog door de muurversieringen der skiffa.

En als hij mij traag voorbijpeddelde of met afgemeten passen langs mij schreed, telkens gaf hij mij de sensatie van een opgesloten en eenigszins beschaafden leeuw, van wien men nooit zeker kan weten, of hij niet op klaarlichten dag doodkalm zijn klauw, tusschen de traliën van zijn kooi door, in de spieren van den toeschouwer zal slaan.

Thans wilde zij een oogenblik verpoozing zoeken. Het was nog zwoel en drukkend in het Westeinde. Zij schreed langzaam vooruit. Toen zij bij de Groenmarkt gekomen was, liep zij sneller. Zij naderde haar doel. In de Hoogstraat stond zij stil op de stoep van Emile van Pommeren, fils.

Luide riep hij: „Gij moet vandaag maar hier binnen komen, beste Anselmus, want wij moeten zijn in het vertrek waar ons de meesters van Bhogovotgita wachten.” Hij schreed de gang door en voerde Anselmus door dezelfde vertrekken en zalen als de eerste maal.

Langzaam schreed de Makkumer over dek, de handen in de zakken, en de pijp natuurlijk in den mond. Ging dan de schipper soms met de pijp te kooi? De twee mannen zwegen, hoewel ze begrepen, dat de ouwe hun gedachten ried. Er woei maar weinig wind, en over een effen baan gleed het schip. Toen ze in de Middellandsche Zee kwamen, werd het bijna windstil.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek