United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Frans zuchtte in den winkel. Meester Schorel gluurde door zijn raampje, en vraagde alras: "Zee je wat Thilda?" waarop de gevraagde: "Neen vader!" antwoordde, en ze had ook niets gezegd, maar halfluid gedacht: "Arme Frans!" 't Was in den avond van den vierden dag na het laatst verhaalde, dat eene vrouw, armoedig, doch rein gekleed, Schorels winkel binnentrad.

Nogmaals bracht vrouw Geertje aan Schorels dochter het onbetamelijke van haar verlangen onder het oog, en wist eindelijk het meisje dermate van de waarheid harer bewering te overtuigen, dat Thilde, ofschoon een tranenvloed haar het spreken belette, er al snikkende in toestemde, om naar de vaderlijke woning terug te keeren, even stil als zij ontvluchtte weder binnen te gaan, en zich te bed te begeven, na vooraf den goeden God te hebben gesmeekt om het ongeluk, dat haar boven het hoofd hing, genadig af te wenden; terwijl vrouw Geertje nogmaals beloofde dat zij doen zou wat haar mogelijk was om, zoo God wilde, het middel te zijn, waardoor Thilde van een verschrikkelijk dwangjuk zou bevrijd worden.

De lezer zal het waarschijnlijk hebben opgemerkt dat Schorels dochter, van het wreede lot, dat haar bedreigde, tot Geertje en Frans sprekende, tevens de bijzonderheid verhaalde waaraan zij zelve echter weinig beteekenis had gehecht dat Hak, de echtgenoot waarmede vader Schorel de jeugd zijner dochter bedreigde, dienzelfden avond den avond vóór de aanteekening zich niet als naar gewoonte in het winkelkamertje aan hare zijde was komen nederzetten.

En toen een: "Ja, Frans," duidelijk werd vernomen, toen beefde moeder Geertje niet meer, maar beefde Frans, en beefde zoo, dat hij haast den grendel niet kon verschuiven, en zoo, dat hij het slot haast niet kon omdraaien, en zoo, dat, toen moeder met een lucifer haar lampje weder had aangestoken, en door de nu geopende deur, te gelijk met den kouden luchtstroom, Schorels dochter naar binnen kwam, hij van beverigheid niet wist wat hij deed, en 't geen hij nooit gedaan had, nu onderstond, en de beminde van zijn hart in de bevende armen sloot.

En Schorels bescheid: "Maar 't was immers.... om in den winkel.... een hulp.... een toezicht...." totdat eindelijk de woorden dermate kruisten en als dooréén vlogen, dat Haks bedienden, die trouwens genoeg vernamen, verder vruchteloos hun gehoor scherpten, en eindelijk terwijl ze een luider "Jan toerelesoer" aanhieven, meester Schorel op zijn magere beenen den winkel zagen uitstappen, met een paar oogen flikkerende als dolken.

Mathilde.... in de wandeling Thilde, bij heldere lucht Thilletje, en bij zonsverduistering Thilda, was Schorels eenige spruit uit een huwelijk, waar hij, volgens zijn eigen verklaring, op vijftigjarigen leeftijd bij abuis was ingeloopen.

Hoe lang hij daar in de koude op de kille steenen lag, valt gemakkelijk te berekenen, indien wij het tijdsverloop nagaan waarin Mathilde, sedert hare vlucht voor den vervolger, het onderhoud in de kamer van Geertje had, en de laatste, na Mathilde tot aan Schorels woning te hebben vergezeld, eerst op haren terugweg den jongeling daar zoo ellendig liggende vond.