United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Want vooreerst al behandelden de scholastieken het natuurrecht bij gelegenheid van de theologie, daardoor is het nog niet zeker, dat zij dat onderwerp niet philosophisch, maar theologisch behandelden. Kaltenborn heeft zich ongetwijfeld vergist, als hij zegt, dat men het natuurrecht aannam, alleen op grond van een schriftuurtekst. Wil men de Summa Theologica van St.

Alles wat de scholastieken gezegd hadden over deze onderwerpen, had, volgens zijn bewering, volstrekt geen waarde. Wat de oudheid hierover ons naliet, was van weinig beteekenis.

Men ziet hieruit ook, waarom Kaltenborn ten onrechte van de scholastieken zegt: "Das Recht erscheint noch als Gerechtigheit, die ja auch moralischer und religiöser Natur ist," o.c. blz. 42. o.c. Ibid. 2a 2ae q. 57 art. 3. Ibid. Absolute autem apprehendere aliquid non solum convenit homini, sed etiam aliis animalibus.

Denkt Grotius, gelijk de scholastieken, dat het verdrag slechts de daad is, waaraan feitelijk het gemeenebest zijn ontstaan dankt, het gemeenebest of de staat, die een natuurrechtelijke instelling is, die een zedelijke verplichting is voor den mensch? Neen! De Groot ontkent openlijk het natuurrechtelijk karakter van den staat.

Gestel Grotius hier echter goed begrepen? Wij durven er aan twijfelen. De Groot staat niet zoo dicht bij de scholastieken als de schrijver denkt. Zien wij eerst waar, volgens Grotius, de bron is van het natuurrecht. Die bron of die grondslag ligt in een feit. In het feit n.l. dat de mensch, een met verstand begaafd wezen, sociaal is.

Ook in Grotius leeft nog de traditie van vroegere eeuwen, maar ook voor hem, is de "metaphysische Zusammenhang, in welchen diese Begriffe bei den Scholastikern stehen, ... unbrauchbar;" hij kent of begrijpt dien samenhang niet meer, en daaruit is te verklaren, hoe zijn systeem, ofschoon essentieel verschillend van dat der scholastieken, toch ontelbaar vele aanknoopingspunten vertoont met het systeem der laatstgenoemden.

Thomas voelt Grotius veel voor het stoïcisme, in alles komt hij er echter niet mee overeen; te doen, wat de natuur voorschrijft, in de hoop op belooning of uit vrees voor straf, is voor hem daardoor alleen nog geen kwaad. Men moet zich hier niet in de war laten brengen, door de methode der scholastieken, die uit 's menschen natuur 's menschen bestemming afleiden.

Waarlijk, niet genoeg kan ik mij er over verbazen dat een wijsgeer, die zich zoo vastelijk had voorgenomen alleen uit vanzelf sprekende beginselen iets af te leiden en alleen te bevestigen wat hij helder en duidelijk had begrepen; die nog wel den scholastieken zoo herhaaldelijk verweet dat zij duistere zaken uit geheimzinnige eigenschappen wilden verklaren, zelf een onderstelling aanneemt, duisterder dan de meest geheimzinnige eigenschap.

Het zou ons te ver voeren ze op te sommen. Op eenige kunnen wij de aandacht vestigen; Grotius beschouwt den mensch als sociaal en redelijk wezen, en bouwt op deze menschelijke eigenschappen zijn moraal en rechtsleer. Hij spreekt van een natuurwet en daarneven van een stellige wet, die een goddelijke of een menschelijke kan zijn, en die hij gelijk de scholastieken bepaalt.

Zedelijkheid en recht. Privaat eigendomsrecht en staat. Volgens Joh. Jac. Schmauss is Grotius een leerling der scholastieken; niet allen echter zijn het eens met hem; integendeel, de meesten zien in de Groot een der beste pleitbezorgers in het proces der renaissance met het theologisch-maetaphysisch stelsel gelijk men het gaarne noemt der middeleeuwen.