Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
Er waren een menigte prauwen op het meer, en óverschoon die schittering in de zon van purperen, rozenroode, oranje en vioolpaarse zeilen tusschen het blauwe water en de blauwe lucht. Het meer van Sidènreng is met het meer van Tempe verbonden door een waterloop, rivier in den regentijd, beekje in de droge maanden.
De kleuren van de schilderij waren verbleekt, maar de oogen waren nog prachtig in diepte en schittering. Zij schenen hem te volgen, overal waar hij ging. En dan had een mensch nog voorouders van literatuur, zoowel als van zijn eigen geslacht, en nader nog in type en temperament, van nòg meer invloed.
Het is een staatsiebuiging, waarmee de Engel Maria begroet, en hij komt niet met den lelietak zooals daar, niet met het hoofd omgord door een smallen diadeem, doch met een schepter en een rijke kroon, en op zijn aangezicht de strakke, aeginetische lach. In gloeiende kleurenpracht en schittering van paarlen, goud en gesteente overtreft hij alle engelfiguren, die Van Eyck schilderde.
Het Javaansche volk, dat te vergelijken is met een groot kind, houdt van glans en schittering. Waar de machtige Regeering zich mee bemoeit, daar heeft het respect voor. Toen ik den Heer Van Kol onze ideeën ontvouwde, vroeg hij me hoe ik daarop was gekomen. Hoe belangstellend volgde hij alles, wat ik voordroeg. "Schrijft u mijne vrouw?" vroeg hij er telkens door.
Telkens weer drong hij er bij Erec op aan hem te vertellen, hoe zich alles aan het hof toedroeg, wie zijne vrienden waren en op welke wijze zij den tijd doorbrachten. Ook hoorde hij gaarne beschrijvingen van hoffeesten en aan de schittering in zijne oogen kon men zien, dat hij met zijne gedachten weer in het verleden verkeerde, toen ook hij bij dergelijke festijnen tegenwoordig placht te zijn.
Te Tilsitt leerde hij den keizers de majesteit kennen; in de Academie der Wetenschappen beantwoordde hij Laplace; in den Raad van State bood hij Merlin het hoofd; der meetkunde van den een en der rechtsgeleerdheid van den ander gaf hij een ziel; hij was rechtsgeleerde met de advocaten en sterrenkundige met de astronomen; evenals Cromwell, van twee kaarsen altijd eene uitblazende, ging hij naar den Temple om op een gordijnkwast te dingen; hij zag alles, hij wist alles, wat hem niet belette als een goed huisvader zich bij de wieg van zijn kind te verblijden; en eensklaps luisterde het verschrikt Europa: legers rukten voorwaarts, artillerie-parken rolden, schipbruggen strekten zich uit over de rivieren, drommen cavalerie galoppeerden in stormmarsch, kreten, trompetgeschal en waggelende tronen alom; de grenzen der koninkrijken trilden op de kaart; men hoorde het klinken van een bovenmenschelijk zwaard, dat de scheede verliet; men zag hem aan den horizon opdagen met een bliksem in de hand en schittering in de oogen, zijn beide vleugelen in den donder ontplooiende, over het groote leger en de oude garde, en dat was de aartsengel van den oorlog!"
De bruine knopjes der iepeboomen waren dik en glanzig, en luidruchtige musschen fladderden tusschen de takjes. Het werd Johannes zoo zonderling te moede, terwijl hij staarde. De zonneschijn bracht hem in een zoete verdooving. Er was vergetelheid en dadelijke weelde in. Droomend staarde hij op de schittering der golfjes, op de zwellende iepeknopjes, en hij luisterde naar het tjilpen der musschen.
In den nacht ontwaakte hij met schrik uit loomen slaap en zag den hemel rijk met klare starren versierd er waren er zóóvele als hij nog nooit had gezien, de duisternis over de bergen had er een mistige schittering van, gelijk van bedroefde oogen.
Zij bezat wonderschoone, kastanjebruine lokken met gouden gloed, een als uit marmer gehouwen voorhoofd, wangen als een rozenblad, een lichten blos, een teedere blankheid, een schoonen mond, waaraan de glimlach als een schittering ontschiet, de woorden als muziek ontgloeien, een hoofd, dat Raphaël aan Maria zou hebben gegeven, en een hals dien Jean Goujon aan Venus zou hebben toebedeeld.
In doorzichtige wierookwolken gehuld, nadert hij, de gouden wagen, langzaam en statig, getrokken door twaalf witte paarden, omstuwd, voorafgegaan en gevolgd door banieren en kruisen, door priesters in vol ornaat, door jonge meisjes in witte kleeding, door de schittering van goud en borduursel en purper en edelgesteenten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek