United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


En tegen half vijf werden er twee zeer handig gevangen door een circuseigenaar te Tunbridge Wells, die ze in een kooi, welke leegstond door den dood van een tot weduwe geworden drommedaris, lokte, door koekjes en brood te strooien... Toen de ongelukkige Skinner dien avond te Urshot uit den Zuid-Ooster trein stapte, was het bijna schemer.

Zij vierden hun emotietjes bot, zoo veilig in den warmen, stillen schemer als minnaars maar zijn kunnen. De eenige stoornis kon, zoo meenden zij, van den kant van den weg komen, en deze konden zij een heel eind afzien; de twaalfvoet hooge heg die naar de stille duinen liep, leek hun een absolute waarborg tegen stoornis.

Zoo liepen zij met hem door, en toen het avond en schemer werd, zei de kleine: »zet mij eens even op den grond, het is noodig.« »Blijf maar bovenzei die van wien de hoed was, »ik geef er niets om, de vogels laten er ook wel eens wat op vallen.« »Neenzei Duimpje, »ik weet heel goed wat mij past, zet mij maar gauw op den grond

Hij was daar mee naar binnen gegaan, had zich meegebogen over het lam-liggende beest in den schemer van dien stal, de arts naast hem aldoor mompelsprekend bemoedigende woorden tegen de boerin.

Overigens was 't straatje doodstil in den looden, on-dagachtigen schemer, die zijn oogenkijken telkens naar boven joeg, naar 't schijnen van den vriendelijken daghemel. Het getroffel van den metselaar hoorde hij hoog achter zich, metaal-lachen uit de lucht vallend.

Ach 't leven was een woud, een schemer zonder dag. Een duisternis van strijd en eeuwig onderdrukken, Waar slechts de sterke wies, tot hij de sterren zag. En toch: hoeveel dat klom, dat bloeide in 't verborgen, Dat ál maar schoonheid beurde uit die verdoemde laagt' Dat bouwde in den nacht en wachtte op den morgen Totdat de roode dag voor allen heeft gedaagd ! Zij bloeiden boven mij !

Het maanlicht scheen, toen Ellert dicht-bij sloop en zich over hem heen boog. Een witte wolk was het maanlicht, die tot op de aarde was gezonken, en een schemer wierp langs den donkeren grond, een vage, mat-zilverdoortrokken glans daarboven. Bij dien gloed aanschouwde Ellert Brammert's gelaat. Een glimlach bewaakte zijn slaap. "Hij heeft den sleutel tot 't geluk" dacht Ellert.

Niemand kan daar iets aan zien! Dan zwegen zij geruimen tijd en bleven zitten peinzen en warmen met de kloef en in de heerdassche. 't Bleek, schrale lampke lichtte een klein rondeken helderheid over tafel op de witte kommen en door de vensterruitjes kriemelde een grijze schemer, zoodat de zwarte daken van de schuur en den stal tegen den hemel begonnen af te teekenen in vaag blauwe grijseling.

Was het alleen uit medelijden met zichzelf, uit verlatenheid, of neerslachtigheid? of was 't het ontwaken van een gevoel, dat zijn tijd had afgewacht, met evenveel geduld als hij, die het inboezemde? Wie zal het zeggen? Alleen in den schemer op de oude sofa, lag Jo naar het vuur te staren en te peinzen.

En met een verongelijkt en schril gezicht zei ze iets, dat als een dreigement was en een toestemming tegelijk. Achter in de kleine, witgekalkte consistoriekamer, met zijn twee hooge boogramen half-weg tusschen de bijgetrokken groen-saaien gordijnen in dien rustigen schemer van groen en wit, zat Sprotje naast de laatstgekomene meisjes en keek rond.