United States or United States Minor Outlying Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onze Scharrelaar (Coracias garrula) gelijkt het meest op het zooeven geschetste beeld van de familie. Zijn vederenkleed is prachtig. De kop, de hals, de onderdeelen en de dekveeren van de vleugels zijn zacht hemelsblauw met groenachtigen tint, de kleine dekveeren langs den voorarm, de staartwortel en de bovendekveeren van den staart donker ultramarijnblauw, de mantel- en schouderveeren benevens de achterste armpennen kaneelbruin, de handpennen zwart, aan den wortel hemelsblauw, de armpennen zwart met donkerblauwen weerschijn, hemelsblauw op de wortelhelft van de buitenvlag, de geheele vleugel van onderen gezien donkerblauw, de beide middelste staartveeren vuil bruinachtig grijs, de overige dof hemelsblauw. Totale lengte 30

Kort daarna vernam ik echter in kort afgebroken coupletten ook minder volle tonen dan die van den Lijster. Het was, alsof een onzichtbare kring van zangers mij omgaf. Ik hoorde n.l. volkomen duidelijk zoowel het gepik van den Specht als het gekras van de Ekster, iets later weerklonk de stem van de Klauwier, toen die van den Lijster, van den Spreeuw, ja zelfs van den Scharrelaar.

Bij Skandinavië beginnend en verder zuidwaarts komt de Scharrelaar in geheel Europa voor; hij is echter veel verder verbreid en doorkruist op den trek geheel Afrika en Zuid-Azië. Zwitserland en Noord-Frankrijk doet hij, naar men zegt, slechts op den trek aan.

Ik dacht aan al de ontelbare meiden, aan al die blonde, die bruine en die zwarte, aan al die magere en al die dikke maar steeds flinke en jonge, die in den loop der jaren bij hem in dienst waren gekomen en telkens na een poos weer waren weggegaan, en eensklaps voelde ik in hem den ouden scharrelaar, die hij in 't geniep zijn levenlang geweest was en wellicht nog zou gebleven zijn, als niet het onvoorziene toeval van den oorlog en zijn schrikvlucht hem voor een gedwongen keus en oplossing gesteld had.

De uit hun evenwicht geslagen, smulpapige rijkaards met "de mooie meid" in de eerste novelle; in de tweede de oude scharrelaar, die elke twee jaar een andere dienstmeid neemt, en nu tegen 't einde van zijn leven dan toch waarlijk door de toevallen van den krijg wordt gedwongen met de laatst bij hem in dienst getredene te trouwen; de generaalsfamilie, die door het kleine schoothondje getyranniseerd wordt in het derde verhaal zij alle vermaken, terwijl in Rikiki, in de boeven-scène, zelfs een Decamerone-achtige atmosfeer wordt gevoeld.

Hier te lande vermijdt de Scharrelaar bijna angstvallig de nabuurschap van den mensch; in zuidelijker gewesten geeft hij wel is waar eveneens de voorkeur aan oorden, waar hij niet gestoord wordt, maar schuwt toch de hier wonende, over 't algemeen trouwens vriendschappelijker gezinde menschen niet.

Zijn grootte is ongeveer gelijk aan die van den Scharrelaar; de lichaamsbouw schijnt echter meer ineengedrongen. De kop en de achterhals zijn olijfbruin, de mantel, de schouders, de vleugels en de onderdeelen meer of minder donker zeegroen; een groote vlek op de kin en de keel is donkerblauw.