Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


Sarah was drie en dertig jaar en Mary negen en twintig, toen ik trouwde. Wij, Mary en ik, waren, toen wij onze huishouding opzetten, gelukkig met elkaar van den morgen tot den avond en in gansch Liverpool was er geen betere vrouw dan mijn Mary.

"Kom binnen, Sarah," zeide hij opstaand en het venster sluitend. "Het is reeds laat, en de avonden beginnen koel te worden." "Vergeef mij, mijnheer," antwoordde zij, "dat ik zulk een ongelegen uur kies om u mijnen dank te komen betuigen. Mijne vrijheid is beperkt, en het behoort tot de zeldzaamheden dat ik voor mijzelve eenige oogenblikken uitbreken kan."

"Dat dacht ik wel, mijnheer; en zonder u een kompliment te willen maken, voeg ik er bij: indien zij anders was, zoudt gij haar niet voor uwe aanstaande vrouw gekozen hebben." "Zoodat Sarah?" "Zoodat ik u verschooning vraag voor mijne dwaze praatjes, mijnheer.

Een uur geleden zou hij zichzelven onbekwaam geacht hebben om in die mate zijn eigen beter-ik geweld aan te doen, en nog daareven, toen Sarah de kamer binnentrad, had hij er op durven zweren dat geene magt op aarde hem immer tot zoo iets zou kunnen bewegen.

Dat Sarah hem op den inval had gebragt om voor de leus aan Lidewyde het hof te maken; dat hij daarover met Emma gesproken en Emma's toestemming op dat gedrochtelijk plan verworven had; dat hij in zijne verhouding tot Ruardi geene verandering wenschte te zien komen; dat hij hoe eer hoe liever ontslagen wilde worden van zijne geheime verstandhouding met Lidewyde: dit waren even zoo vele leugens; en Sarah kon, hij gevoelde het aan zijn hart, van al die verzinselen geen woord gelooven.

Sedert uwe komst, en vooral sedert de komst van jufvrouw Emma, gevoelt mevrouw Dijk zich veel krachtiger tegenover hem; en ik heb reden om te hopen, dat zij binnen kort voor goed van hem ontslagen zal zijn." "Ik bespeur, Sarah, dat men voor u geene geheimen behoeft te hebben; doch laat mij nu alleen, bid ik u, en spreek niet meer met mij over deze zaak.

Toen was het kamertje hem te klein geweest, de muren te kalkwit, het bed gevangenisachtig; jeuk was er in de vingers en gloeiing in de beenen.... vanavond wel de rest doen.... en naar beneden. In den steegschemer bij het hek van het Hôtel babbelde Jachjemed met Sarah de meid.

Ik nader de stervende Marguérite Gauthier, vat haar hand in de mijne, zie haar aan en spreek zoo duidelijk mogelijk de enkele woorden van mijn rol: "Arme Marguérite!" Reeds wend ik mij om, toen de smeekende stem van Sarah me terug roept. Dokter, ga nog niet heen! Ik keer naar haar ziekbed terug, neem opnieuw haar pols op en roep uit: "Arme Marguérite!"

Hij wist dat de dokter het geschreven had naar aanleiding van eene exceptioneel onstuimige konversatie, den vorigen avond te zijnen huize met Sarah gevoerd; en wanneer hij de opgevangen fragmenten van dien twist in verband bragt met hetgeen hem reeds sedert lang bekend was, kon hij met die bouwstoffen eene geschiedenis zamenstellen, geschikter dan eenige andere om den dokter te exaspereren.

De burgemeester met eenige leden van het stadsbestuur en vele afgevaardigden van artistieke genootschappen, artiesten en journalisten verdringen zich om Sarah bloemen aan te bieden en hun speechen af te steken.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek