Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 november 2025
"Wat doe ik? Waar ben ik? Waarom?" Zij wilde zich weer oprichten; maar een reusachtige, onverbiddelijke, donkere massa sloeg haar tegen het hoofd, stiet haar neder en sleepte haar aan den rug met zich voort. "Mijn God! vergeef mij alles!" riep zij. Het zwarte zand en kolenstof kwamen nader, zij viel er met het gelaat op neder.
"Ik loop altijd met den wind in den rug, zooals Randolf zaliger placht te zeggen." De bankdirecteur nam een stoel en ging heel bij den lessenaar zitten, en scheen lang te willen blijven; hij was tot schertsen geneigd; dat stond den professor ook niet aan.
Zij keerde zich naar de deur. Achter haar rug zagen vader en moeder over de tafel heen elkander aan. Zij deden dat met bedenkelijkheid. Mijn moeder vermande zich. "Trijn, vanavond?" vroeg zij bescheiden. "Ik moet naar haar toe," zei mijn zuster Trijn koppig.
Op den rug van het hooge gebergte, tusschen de haven en den Bosporus, ligt de stad Pera. Hier is de eigenlijke woonplaats der Franken; de kooplieden, wier goederen in de gewelven van het benedendeel der stad geborgen liggen, hebben op de zonnige hoogten hunne woningen gebouwd, waar de lucht gezond en het uitzicht vrij is, en werwaarts zij zich na afloop der beroepsbezigheden begeven.
Bonaparte kreeg hierdoor de beschikking over de rijke magazijnen van Ceva, werd meester over de wegen door Piëmont, zag den afstand tusschen Parijs en de oevers van de Po aanmerkelijk verkort en kreeg de zekerheid, dat hij geen vijand in zijn rug achterliet.
De dokter plaatste de lantaarn aan 't boveneind van de kuil en zette zich met den rug tegen een der olmboomen. Hij was zoo dicht bij de jongens, dat hij hen had kunnen aanraken. "Maak haast, mannen!" zeide hij met gedempte stem. "De maan kan elk oogenblik opkomen." De gravers bromden ten antwoord iets tusschen de tanden en gingen met delven voort.
Stoeten van kruipers op knieën met glibberenden rug, hobbelden alle de ellendige golven, schuimend, nekkend elkaâr, in den wedloop stortend, grijpend, willend vernietigen, weêr overstortend.
Over de kabouters weet o.a. de Noordbrabantsche Volksalmanak 1870, bl. 253 vlg. te verhalen, hoe een boer uit Duizel, die den heelen dag in de hei turf had gestoken, in het schemeruur met zijn "spaai" op den rug over den Eerselschen dijk huiswaarts keerende, eenige schreden voor zich uit een knaapje zag voortdrentelen, dat hem, wonder genoeg, niet ouder leek dan enkele maanden.
Toen men het Indiaansche kerkhof een halve mijl achter den rug had, trok de kleine troep het woud in, alwaar men slechts met behulp van het kompas kon marcheeren. De richting bleef zuidelijk. Gedurende het eerste gedeelte van dien dag viel niets meldenswaardigs voor. Tot nu toe had niets dien onderzoekingstocht vertraagd of ook maar hinderpalen in den weg gelegd.
Zelfs de kleine meisjes, wichtjes van een jaar of vijf, zes, die met een nog kleiner wicht op den rug zwoegden, moesten er om lachen. Zoo zeldzaam zijn nog, daar waar de groote weg ophoudt, de aanrakingen geweest tusschen Hollanders en Bataks.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek