Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
En plotseling, op wijdener opene vlakte, rees de burcht vreemd op, zoo geheel anders dan Camelot en niet Romaansch en niet middeneeuwsch romantisch maar meer verrassend Oostersch grillig, met blankere muren, spitsere torens, flamboyant en Gothiesch reeds, ongemeen nog deze wereldfantazie, in een wijden, witten rozentuin vol reuzekelken, die stoomden-uit wolkjes van zichtbaar wit neveligen geur en geen gracht of wal beschermde het, in de maan als een diamant schitterend, slot.
Het jonge olifantje, even schalksch en speelsch als alle jonggeborenen, zag er zoo snoezig uit, dat ik het haast als een schoothondje zou hebben geliefkoosd, maar de jaloersche moeder liet een al te nauwe aanraking met haar kind niet toe. Daarna bracht de bediende ons naar den rozentuin en naar de allée, waarin de vorstin het liefst rondrijdt.
Maar 't beste, wat ze had, was haar borduurraam, dat haar 't geheele jaar werk gaf, en de rozentuin, waar ze den heelen zomer plezier van had. En dan moet ik vertellen, dat in 't huisje van mevrouw Moraeus een inwoonster was, een kleine, uitgedroogde juffrouw van bij de veertig, die in 't zolderkamertje woonde boven in den gevel.
Vroeg in den morgen was Lanceloet, dien de opwinding over het naderend wederzien met zijne geliefde reeds vroeg uit den slaap had gewekt, den rozentuin ingedwaald, welke ter zijde van het kasteel was gelegen.
De storm der revolutie was over haar heengegaan en had haar frissche lucht in de longen geblazen. Ze bestelde borduursel bij mevrouw Moraeus en prees de dochters. Ze bekeek den rozentuin en vertelde van haar reisavonturen. Want zij beleefde altijd avonturen. Eindelijk waagde zij zich de zoldertrap op, die gruwelijk steil en smal was en bezocht juffrouw Marie op haar zolderkamertje.
Ma heeft haar moestuin en wij onzen bloemen- en rozentuin. Deze laatste staat voor onze kamer, en als het volle maan is, kan het er zoo idyllisch wezen. 't Is er dan om te dwepen. De zusjes brengen hare cithers naar buiten, zetten zich neer tusschen bloeiende heesters en maken muziek. Wat wordt er dan gestoeid, gebabbeld en gelachen na het concert.
Maar midden in zijn verhaal was de dichter er uitgescheden, en een mensenleeftijd later of iets meer, was er een welvarende, geleerde burger van Parijs, Jean de Meung, die het handschrift in zijn bezit kreeg en het voortzette. En met hem kwam er een hele nieuwe geest in het werk, die van een grof verstands-realisme, dat de sierlike rozentuin lelik zou maken.
Meer en meer brengen de lange gesprekken die de dichter heeft met »Verstand", met de »Vriend" en »Valse Schijn", hem uit de atmosfeer van de rozentuin weg, maar op alle gebied is het romantiek en sentimentaliteit en de gekunsteldheid in de overspanning der hele ridderkultuur die aangegrepen wordt alles in naam van kultuur en verstand, van utiliteit en verlichting en van een demokratiese burgerlikheid. »Laten wij nu toch eens even verstandig trachten te zijn!" daar komt het alles op neer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek