United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het geringste gedeelte van mijne schuld is nog maar voldaan. Neem dit kistje aan, en verwonder u niet over den inhoud!" Rowena opende het kleine met zilver beslagen kistje, en zag een halssnoer en oorringen van diamanten, welke, zooals men zien kon, van onschatbare waarde waren. "Het is onmogelijk," zei ze, het kistje teruggevende, "ik mag een geschenk van zoo groote waarde niet aannemen."

"Uw taal," antwoordde Rowena, "heeft in haar onverschillige lompheid iets, dat niet kan overeen gebracht worden met de ijselijkheden, welke ze schijnt uit te drukken. Ik geloof niet, dat uw voornemen zoo boosaardig, of uwe macht zoo groot is!" "Vlei u dan maar met dit geloof," hervatte De Bracy, "tot de tijd zal toonen, dat het valsch is.

"Jonkvrouw Rowena," zeide de Prior, "heeft ons allen gestraft, door de stoutheid van mijn vriend te kastijden. Ik wil hopen dat zij minder wreed zal zijn voor den schitterenden stoet bij het toernooi." "Het is nog onzeker of wij er heen gaan," zeide Cedric. "Ik ben geen vriend van die ijdele vertooningen, die aan mijne voorouders onbekend waren, toen Engeland vrij was."

Toen Rowena bespeurde, dat de oogen van den Tempelridder op haar gevestigd waren, met een vuur, dat, vergeleken met de donkere holten waarin zij zich bewogen, hun het voorkomen van gloeiende kolen gaf, sloeg zij den sluier met waardigheid over het gelaat, als een teeken, dat de stoute vrijheid van zijn blik haar mishaagde. Cedric zag de beweging en begreep de oorzaak er van.

Pas ook op, met welke oogen gij Rowena aanziet; hij bewaakt haar met angstige zorg en als hij daaromtrent den minsten argwaan opvat, zijn wij verloren.

Van den anderen kant was het eene daad, ver boven de edelmoedigheid van De Bracy verheven om een medeminnaar in vrijheid te stellen, aan wien door Jonkvrouw Rowena de voorkeur gegeven werd, zooals de gebeurtenissen bij het toernooi en Wilfrids vroegere verbanning uit het vaderlijke huis reeds genoegzaam te kennen gegeven hadden.

Rebekka had nu een nog verschrikkelijker lot te duchten dan Rowena; want welke waarschijnlijkheid was er, dat men zachtheid of toegevendheid ten opzichte eener vrouw van haren onderdrukten stam zou gebruiken, hoewel men den schijn daarvan ook nog tegenover een Saksische erfdochter bewaarde?

Cedric was werkelijk, gelijk reeds aangemerkt is, niet in de beste luim. Jonkvrouw Rowena, die naar den avonddienst in een verafgelegen kerk geweest was, keerde zooeven terug en verkleedde zich, daar zij door den regen overvallen was.

"Ik heb mijn schild op het toernooiveld verloren," hervatte de nar, "evenals menig ander en beter ridder dan ik." Athelstane werd vuurrood, want dit was het geval met hem geweest op den laatsten dag van het toernooi, terwijl Rowena, aan wie deze spotternij goed beviel, en als het ware om de lompe scherts van haar ongevoeligen minnaar weder goed te maken, Rebekka verzocht, naast haar te rijden.

Rowena zweeg, en Cedric antwoordde voor haar in zijne Saksische moedertaal: "Jonkvrouw Rowena verstaat uwe taal niet genoeg, om deze beleefdheid te beantwoorden zooals het behoort, of om deel aan uw feest te nemen. Ook ik en de edele Athelstane van Coningsburgh spreken slechts de taal, en huldigen alleen de zeden onzer voorouders.