Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Aan 't volle licht; want, ondanks de verwijderingszorgen door Brolet genomen, men herinnert zich die vertrapte klitsbladen en brandnetels juist onder het schuurraampje, waardoor het dienstpersoneel gegluurd heeft ging het verhaal in den omtrek weldra van mond tot mond: "De juffrouw van de nieuwe lui op Water-zicht, is 'en eigen dochter van Toon Ritter! je weet wel, van den jager dien ze ook al de witte noemden, en die nu dood is."

In de levendigste kleuren was Ritter, en ook zijn voornamen bewaker, opnieuw datgene voor den geest gekomen, 't geen zij beiden nooit vergeten, doch waaraan zij zoo gaarne ofschoon om zeer verschillende beweegredenen de herinnering zouden hebben verloren.

't Kostte Ritter een groote inspanning, om, zooals hij vroeger meermalen deed, ook nu op de vingers een schel gefluit voort te brengen, maar toch het gelukte, en zóó zelfs, dat de kalkoenen op een nabijgelegen hoeve, zich verplicht gevoelden het met een oorverdoovend gegil te beantwoorden. Intusschen het fluitend signaal bewerkte niet wat Ritter verlangde. Hans kwam niet opdagen, en Geurt evenmin.

Doch, nadat Geurt de hand des jagers had gegrepen, en nu innig geroerd om vergiffenis smeekte, wendde Ritter eensklaps den blik van hem af, en riep met een akelige stem: "Ik heb hem verlaten! Mijn eed!! O God!" maar liet er terstond op volgen, terwijl hij den brenger der Jobstijding aanzag: "Je hebt niet gezegd of hij dood is; zeg, leeft hij niet meer? Zeg, waar heb je mijn Hans gelaten?"

Op den steenen vloer, waarover een bos stroo is uitgespreid, ligt de bruine vriend van Toon Ritter; hij ligt er met de pooten uitgestrekt, nog eveneens als toen hij er voor weinige uren met een stenend geluid den laatsten adem uitblies. Alleen de kop, welke na dien stond zijdelings achterover in het stroo was gezakt, wordt eenigszins omhoog gehouden.

Het onbetwistbaar meesterschap van Multatuli in zijn éénigen kolonialen roman, de onderhoudende Oost-Indische verhalen van Ritter, Van Hoëvell, Van Rees, Groneman, Perelaer, mevrouw Frank en Annie Foore stelden Van Schaik in de schaduw. Maar meer nog werd hij overtroffen, toen Cremer zijne Over-Betuwsche en Veluwsche schetsen begon te schrijven.

Het luidde: hilf got, du ewigs wort, den leib hy, der fele dort, hilf ritter sant georg. Vervolgens begaf hij zich in den ochtendnevel langs den boschweg naar het keizerlijke leger, terwijl vele vurige wenschen en niet minder bittere tranen hem op zijn weg vergezelden. De eene maand na de andere verstreek.

Eenige oogenblikken lang heerscht er in het verblijf een pijnlijke stilte; eensklaps echter heft Ritter zich met geweld overeind, en den zwijgenden Geurt met zijn donkerbruine oogen strak aanstarende, zegt hij op akeligen toon: "Bij God, zeg dan, zeg.... waar is Hans?"

Bij zijn dood was Ritter al een wereldberoemd man; maar ook nog thans, na een halve eeuw, wordt hij algemeen gewaardeerd en wat hij voor de wetenschap der aardrijkskunde heeft gedaan, is waarlijk niet vergeten. Met hem begint een nieuwe aera van beoefening der wetenschappelijke aardrijkskunde.

Plotseling rees er een gedachte bij hem op, en met de woorden: "Wacht, ik zal eens zien...." liep hij de hut uit; en ofschoon Ritter hem nariep, die vreesde dat Geurt niet terug zou komen, vervolgde hij zijn weg tot nabij de hoeve, waar de kalkoenen opnieuw het gefluit van den jager beantwoordden maar kwam ook, geen twee minuten later, in een kleine roeiboot langzaam het stroompje afzakken.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek