Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Hendrik, die de parapluie moet droog houden, staat in de voordeur, en werpt nogmaals een blik in de breede hotelgang. Boven moeten er ramen of deuren zijn geopend, want eensklaps zuigt een geweldige tocht, zoodat een openstaande zijdeur in het voorhuis met kracht wordt dichtgeworpen, en de ganglantaarn schudt, en de pui-glazen rinkelen van den slag.
Als zij lachte, liet zij een rij mooie tandjes zien, als parelen zoo wit; haar bewegingen deden de sierlijke kettingen rinkelen, die zij om den hals droeg, en waarvan schelpen en gouden kralen op haar borst afhingen; zij scheen dat gaarne te hooren en het was alsof zij zeide: "Kijkt mij maar goed aan, gij vreemde lieden; ik ben de moeite van het bekijken waard, en ik geloof niet, dat gij in uw koud land zulke schoone vrouwen zult vinden als gij hier eene voor u ziet."
Overal hoorde men het rinkelen der zwaarden op de kurassen en helmen, de woeste kreten der strijdenden, het gereutel der stervenden en gewonden. En in het leger der Spaanschen ontstond eene groote verwarring. Zij waren tegen dezen verwoeden aanval niet bestand. »Vlucht! Vlucht!" werd er geroepen.
Dat begon al 's morgens vroeg, als ze wakker werden van het vroolijk geklok van de kippen op 't zonnige plaatsje, en 't rinkelen van 't gordijn, heen en weer bewogen door geurige koeltjes.
Tusschen het geschreeuw van dezen hoort men onophoudelijk het rinkelen van glazen en kopjes van kooplieden, die behangen zijn met het een of ander vaatje, gevuld met smakelijk vocht uit een café, die de menschen willen aansporen een glas of een kop leeg te drinken van het door hen aangeboden lekkere vocht, dat dikwijls niets anders is als water met een of ander geurtje.
In den Stalboef van Castricum en den Jachtstrooper van Santpoort dreunt paardengetrappel en hoorngeschal; in den Lijfknaap van Castricum kruisen elkaar de zwaarden om het bezit eener betwiste schoone; elders kletteren de wapenrustingen der ridders op het steekspel, rinkelen de bekers en bokalen, klinkt het smeltende lied der minstreelen.
Op de schepen der Geuzen, onder den helderen hemel, op de schuimende golven, weerklinken pijpen en doedelzakken, klokken de flesschen, rinkelen de klinkaards, flikkeren de bussen der geweren. Nu, sprak Uilenspiegel, slaat op de trom van de zege, slaat de trom van de vreugde! Vive le Geus! Spanje is verslagen,de vampier is getemd. Aan ons de zee, Brielle is genomen!
Maar Johan Doxa roerde noch en ruchtte. Toen vertrokken de drie kameraden en ze gingen sloffend en strompelend de steile trap af. Het groene hekje hoorde Johan Doxa rinkelen. Het huis werd stil. Hij lei de bleeke pijp op zijde, schoof achteruit, staarde lang opwaarts en zijne oogen begonnen te pikken, te sterren, te nevelen. Hij zuchtte.
"Ik wil het nieuwe jaar dronken ingaan," ginnegapt Klaar. "Proost," drinkt Leentje. "Eten jullie nou maar," zegt vader, die't heerlijk vindt dat ze zoo vroolijk zijn: "eten jullie nou maar, elke kip heeft geld gekost!" De vorken en messen rinkelen. Dolf houdt het kippepootje met de zilveren vork vast, snijdt met het blinkende mes.
"Welnu," ging vader Mouton voort, terwijl hij iederen zin scandeerde met een vuistslag, die de flesschen en glazen op het tafeltje deed rinkelen; "welnu, ik kijk de couranten eens in, goed .... Wat zie ik? De een zegt wit, de ander zegt zwart, enzoovoort, enzoovoort. Wat heb ik daaraan? Ik ben een goed huisvader, die hier komt om ...." "Zijn partijtje domino te spelen," zeide Rodolphe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek