United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


In maat, strofenbouw en rijmen gebruikt hij vele vrijheden, die evenwel nooit aan de schoonheid der verzen afbreuk doen en haar zelfs vaak verhoogen, omdat die schoonheid berust op de ritmische vaart en den zang van Shelley's verzen, op de levende bewogenheid van zijn stem dus, en niet op de kunst-verfijning, waarmee sommigen die bewogenheid bedwingen in de strakste beperkingen.

Waarom zou men de balen, waarin de goedkoopste grondstof voor de oorlogsindustrie: waarin <b>de soldaat verpakt</b> is, beter maken? Valt dat te rijmen met een zakelijk beheer? "De chauvinisten zijn ongedierte." "De oorlog moet gedood, de oorlog!" Hoe waart gij een mensch; zooveel meer dan enkel een Franschman, een Oostenrijker, een Duitscher.

"Voorwaar!" zeide ik: "ik dacht niet dat ik Simson bij deze gelegenheid zou aantreffen." "Wat zal men veel zeggen over een fontein?" zeide Mejuffrouw Blaek, de schouders ophalende: "onze koepeldichter heeft zelfs kans gezien om op de wenteltrap te rijmen, die achter dit beschot loopt, en er onze stamvaders bij te pas te brengen."

Zie hierover Boekenoogen, Onze Rijmen, 6 vlg., waar de aandacht gevestigd wordt op de historische kern van nog menig ander tot kinderrijm vervormd volksliedje; zoo b.v.: De Bisschop van Munster Met honderdduizend man, Voor Groningen, voor Groningen eens kwam. De Bisschop van Munster, al weer van voren af an.

Als Guinizelli zich aan Dante bekend maakt, kan deze zich haast niet verzadigen van den aanblik van "den vader van mij en zoovele anderen die beter zijn dan ik, die ooit in rijmen, zoete en gevallige, spraken van minne." waarop Dante antwoordt: "De zoete woorden uwe, die, zoolang de hedendaagsche spreekwijze zal duren, de geschriften waarin ze bevat zijn, zullen dierbaar maken." Het edel hart.

Wij mogen waarlijk aan de tegenwoordige lofredenaars van Jan De Witt wel vragen, hoe zij eene dergelijke Resolutie rijmen met de hoedanigheid van liberaal, welke zij hem toekennen of met de burgerlijke vrijheid, welke zij beweren, dat in die dagen bestond. En nu de kooplieden? Waren zij zooveel gemoedelijker dan die in onze dagen?

Rekening houdend met dien stand van zaken, zijn wij geneigd aan te nemen: dat de verzen dezer romans over het algemeen ten minste zoo goed als die der Frankische romans, en dat de stoplappen minder talrijk zijn. Assoneerende rijmen vindt men o.a. in de romans van Ferguut en van Partonopeüs.

"Ik ben nieuwsgierig wat hij op winckels zal doen rijmen," zegt Anna, de oudste dochter. "Wel: kinckels," zegt haar broeder Pieter. "Stil kinderen! valt vader niet in de rede," zegt hunne moeder, en Pers hervat: Vernuftigh volck, die steeds bepropt uw ruyme winckels En kleed in 't parkament de beenen noch de schinckels Maer 't breyn der geenen die met letters sijn gedoopt....

Doch met dat al ware het nog maar te wenschen geweest, dat deze twee liever de vraag letterlijk hadden verstaan; want hunne redeneering, in slechte rijmen vervat, toonde genoegzaam aan, dat de goede lieden geen de minste denkbeelden hadden van hetgeen tot de huishouding van den Staat behoort.

Met raad en daad iemand bijstaan. Rooken en smoken. Schrijven en wrijven. Stank voor dank. 't Vriest steen en been. Steen en been klagen. Loopen langs stegen en wegen. Met tijd en vlijt. Vrij en blij. De zaak zooals zij waait en draait. Wasschen en plassen. Daar blijft geen zierken of geen spierken meer over. Altijd zot of bot zijn. Zwieren en tieren. Halve rijmen. Dag en nacht werken.