Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
De reddingsboot zou weer uitgaan met een jol achter zich aan, waarin de vier matrozen van den Hoekkotter, wier namen ik ook reeds meldde. Verder zou men trachten met een wagen met ladders het wrak over den dam te bereiken. Maar het werd een edele wedstrijd onder de redders, een wedstrijd, ten slotte gewonnen door een ~outsider~.
Met deze beiden en de Commissaris van het Loodswezen aan den Hoek, den heer J. J. van Heuvlen, scheepte de Prins zich spoedig na zijn aankomst in op het inspectie-vaartuig van het Loodswezen, de »Jan Spanjaard« en maakte hij daarmede een tocht naar het wrak dat nog altijd in dezelfde positie op den dam lag en door de hooge zee zoo vertelde mij kapitein Jansen na zijn laatste tocht met de reddingsboot daarop telkens werd neergesmakt als ware het een oude mand.
De reddingsboot voer te elf uur in den avond uit en keerde te éen uur in den nacht terug; weer voer zij uit te twee uur en viel om vier uur de Berghaven weer binnen; en opnieuw werd de tocht naar het wrak te acht uur in den morgen ondernomen, weer werd een uur lang rond het wrak gekruist en nogmaals bleek nadering onmogelijk.
Intusschen zag hij de reddingsboot naderen en hij zoowel als zijn mede-passagiers geloofden, dat deze buiten het hoofd om het wrak zou kunnen bereiken. Dit was waarschijnlijk oorzaak, dat van een eigenlijke paniek aan boord geen sprake was. Het einde kwam nog onverwacht: de boot brak plotseling.
Dit gezicht is een reddingsboot, Dit is het gebaarde gezicht, dat het bevel geeft, het ontleent gezag aan zich-zelf; Dit gezicht is een geurige vrucht, rijp om genoten te worden, Dit gezicht van een gezonden, eerlijken knaap is de belofte van al wat goed is. Deze gezichten getuigen of zij slapen of waken, Zij bewijzen hun afkomst van den Meester zelf.
De reddingsboot werd in de haven met hoera's begroet en men drukte Jansen, den schipper, bij het aan wal stappen hartelijk de hand. Gejuich ging ook op toen van de »Hellevoetsluis» op baren de geredden aan wal gedragen werden. Heel voorzichtig werden ze uit de kajuit naar boven en aan wal gebracht.
Elf menschen, drie vrouwen en acht mannen, volbrachten het waagstuk, gleden langs de lijn op den dam neer en werden daar door de redders opgevangen en in de wachtende jol van de reddingsboot geholpen.
Terwijl stuk voor stuk de menschen zich vastklemden aan de lijn en zich zakken lieten en het was voor allen ter redding aanwezigen een blijde verrassing, dat er nog zooveel levend aan boord bleken te zijn werden nog eens de jol en de reddingsboot weggeslagen.
Telkens sloegen de zeeën over mij heen, ik kreeg veel water binnen en werd koud en zeer slaperig. Ik voelde mij alsof ik zacht en aangenaam in slaap begon te gaan. »Toen kwam daar opeens de reddingsboot. Zij staken mij een bootshaak toe, die ik greep en daarna trokken zij mij aan beide handen aan boord. Nog juist bijtijds.
Dezelfde nacht te 1 uur zou opnieuw de reddingsboot uitgaan, alsmede de »Hellevoetsluis» en de zeesleepboot »Wodan.» Dan zou men trachten met ladders het wrak te beklimmen en de drie vrouwen naar beneden te brengen. Maar nu de geredden! Uren aaneen stonden wij bij honderden op de kaden te wachten in snijdende koude en verblindenden sneeuwstorm om ze te zien aankomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek