Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Laurens Jakobszoon Reael had niet lang te Amsterdam gewoond, toen de onlusten ter zake van den godsdienst een aanvang namen. Gij weet ongetwijfeld, hoe onder Karel V en vooral onder Pilips II de Inquisitie alle pogingen in 't werk stelde, om de Hervorming, die hier te lande vele aanhangers telde, te onderdrukken. Reael behoorde ook onder hen, die de leer der Hervormden omhelsd hadden, en hij wist zelfs, met vier andere vermogende burgers te bewerken, dat het aan hunne geloofsgenooten werd toegestaan, openbare godsdienstoefeningen binnen Amsterdam te houden. In weerwil daarvan bleef hij zeer gezien bij de toen nog Roomschgezinde Overheid der Stad, en niet zonder reden. Het was gedeeltelijk aan zijne bemoeiingen te danken, dat de beeldenstorm, die elders zoo hevig woedde, te Amsterdam geen plaats had: en hij wist op verzoek der Regeering, zelfs met levensgevaar, een oproer te stillen. Ook blonken zijn beleid en voorzichtigheid uit in het bevorderen der rust ten tijde van Brederodes kortstondig verblijf te Amsterdam. Prins Willem I had aan hem groote verplichting; onder andere leende Reael hem eens f
Maar Reael deed nog meer; hij wist het vertrouwen der Inlandsche vorsten en volkeren te winnen, in de eerste plaats door zorg te dragen dat hetgeen men hun verkocht van goede hoedanigheid was, en al wat men kocht prompt betaald werd: in de tweede plaats, door de ambtenaren binnen de grenzen van hun plicht te houden en elk vergrijp streng te straffen.
Hoe men de verdiensten van Reael nu erkende, bleek daaruit, dat hij, schier onmiddellijk na zijn terugkomst, tot Bewindhebber der Oost-Indische Compagnie werd aangesteld, in welke betrekking hij gelijk men zegt in zijn element was en de belangrijkste diensten bewees. In 1626 werd hem een nieuwe eerepost opgedragen, namelijk om Koning Karel I van Engeland, bij diens kroning te begroeten.
Reael was echter niet gezind, zijn leven in de Oost te slijten. Hij verzocht en verkreeg zijn ontslag en droeg in Juni 1618 het gezag op aan zijn opvolger, den beroemden Jan Pietersz. Koen. Echter verliet hij de Oost niet, voor dat hij dezen behoorlijk in 't bestuur gevestigd zag.
Met gebogen hoofd en zedig nijgende, glijdt de arme vrouw de zes vrienden voorbij, en verwijdert zich, terwijl allen, als door een zelfde gevoel gedreven, den breeden hoed van 't hoofd nemen, en haar eerbiedig groeten. "En nu," zegt Reael: "de kist onderzocht. De vrienden hebben, zoo ik hoop, de sleutels meegebracht?"
Vondel was bij Baeck een welkome gast; hij had vroeger Reael bij Roemer Visscher ontmoet, hernieuwde thans zijn betrekking met hem en droeg hem, onder andere bewijzen van vriendschap en hoogachting, zijn meesterlijk dichtstuk: "het lof der zeevaart" op.
In Augustus 1619 zette Reael weder koers naar het vaderland, waar hij in 't begin des volgenden jaars behouden aankwam. Allerluisterrijkst was de ontvangst, die hem te Amsterdam te beurt viel: alles liep uit om hem te zien en te verwelkomen.
Dit was niet de schuld van Reael, die zich op lofwaardige wijze van zijne taak gekweten had, maar van verschil van meeningen tusschen de bevelhebbers der beide vloten; en in 't algemeen ziet men zelden iets goeds komen van ondernemingen, waarbij legers of vloten van verschillende natiën moeten samenwerken.
De betrekking van Luitenant Admiraal van Holland was opengevallen en er moest een nieuwe keuze door den Prins worden gedaan. Te dien einde werd hem een lijst van zes personen aangeboden, aan wier hoofd zich Reael bevond. De Staten van Holland bevolen hem zeer bijzonder aan, en gewis ware hij tot die luistervolle bediening geroepen geworden, indien de Voorzienigheid het niet anders beschikt had.
Doch al wist Reael zijn ledigen tijd dus op een aangename en nuttige wijze met letteroefeningen te korten, hij bleef daarom niet onverschillig omtrent de algemeene belangen, en, kon hij den Staat niet dienen, hij deed in verschillende opzichten dienst aan zijn geboortestad Amsterdam.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek