Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
De magen rammelden. Zij hadden honger, honger!... Zij voelden eerst hoe groot hun honger was, nadat zij gulzig een paar lepels hadden ingeslurpt. In enkele minuten waren alle vier de reusachtige kommen leeg, de boerin nam ze weg en zette de tweede schotel: vier enorme platte teilen aardappels met kaantjessaus in de plaats.
Op de Beurs, tusschen de kooplieden, die snel op en neer liepen, en met het geld in hunne zakken rammelden, en in groepjes stonden te praten, en op hunne horloges keken, en in gedachten speelden met hunne groote gouden zegels, en al die dingen deden die Scrooge zoo dikwerf gezien had. De Geest hield stil bij een klein troepje mannen van zaken.
Alle borden rammelden van blijdschap, en de stoffer haalde groene peterselie uit het zandhok en bekranste daarmee den ijzeren pot, want hij wist, dat de anderen zich daaraan zouden ergeren. «Als ik hem vandaag bekrans,» dacht hij, «dan bekranst hij mij morgen.» «Nu zal ik eens dansen!» zei de tang en danste. Lieve hemel, wat kon zij haar eene been hoog optillen!
Maar hunne woorden waren geweldig, hunne breede rossen versperden den smallen weg, hunne rustingen rammelden van ijzeren en stalen rateling en zij schenen meer in aantal dan zij waren.... Amadijs, wel onderricht van wat ramp kan worden en tegenspoed, seinde zich achter zijn schild maar reed onvervaard door.
De geleiders vloekten, de geboeiden spraken geen woord; nu en dan hoorde men een stokslag op de ruggen of hoofden vallen; sommigen dier lieden geeuwden; de lompen, die zij droegen, waren afzichtelijk; de beenen hingen, de schouders schommelden, de hoofden stieten tegen elkander, de ijzers rammelden, de oogen vlamden wild; de vuisten balden zich of openden zich krachteloos als de handen van dooden; achter den trein schreeuwde en lachte een troep kinderen.
De oorlog kwam terug voor mijn geest. De stad werd zeker onverwacht beschoten. Ik ging zien aan het venster maar eene ontzettende ontploffing kraakte zoo nabij in de stad dat de ruiten rammelden en ik werktuiglijk achteruitsprong voor 't geweld. Ik kleedde mij aan en liep naar de kamer mijner ouders. Mijn zuster kwam ook uit haar deur daarover in haar witte nacht-japon.
Aan de rivier en de groote havens siste de stoom, knarsten, rammelden en gierden de lieren, stonden de loeiende ossen met lage koppen en de blerrende schapen, opééngedrongen in ruwe omheiningen, moeilijk ploeterend in de groen-bruine brei van het straatslijk vermengd met hun vuil, bonsden de tonnen en kraakten de kisten; het Noorsche hout werd neergekwakt op groote hoopen; hier en daar heerschte de heete dsjing-klank van het smijten der ijzeren staven over al de andere geluiden.
Waarom zou hij jaloersch zijn, waarom als 't misschien niet eens waar was, wat de babbelkousen rammelden ... en al was 't nu zóo, hém kon 't niet schelen, als hij maar de bovenste bleef ... Meer mocht hij immers niet verlangen van iemand met een estaminet als die van Lowis ... Zijn motorboot vulde thans veel meer zijn zinnen, dan de vleeschelijke vrouw.
Toen werden de goden boos, zij rammelden met speren en schilden en scholden Loge uit en joegen hem weg en vervolgden hem in het woud en keerden toen weer naar het feest terug. Loge echter keerde ook weer terug. Buiten de feestzaal trof hij Ontsteker en hij vroeg hem: "Zeg, Ontsteker, vóór je één stap doet: vertel mij eens even, wat voeren de goden uit op dat feest?"
Ze beefde als van koorts, haar tanden rammelden tegen elkaar, ze kon 't niet beletten.... Langzaam, voorzichtig, draaide ze den sleutel om..., toch knarste die even.... Dan de deur open-doen..., weer even een piepend geluid.... Ze wachtte een paar minuten; 't was of ze haar hart hoorde kloppen, maar in huis niets dan een heesche kuch, die van achter, van 't meidenkamertje kwam....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek