Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juli 2025


Het meisje lag zonder gevoel tusschen hunne voeten.... Verwonderlyk was het dat de peerden haar niet kwetsten, want zy stampten om en by haer, doch raekten hare uytgestrekte leden niet, alleenlyk stampten deze dieren de aerde der baen in de hoogte, en bedekten de wangen der maegd met slyk en stof.

En wijl juist de geslachtsnamen Tanghe en De Tanghe in dat gewest voorkomen, zoo is het niet onwaarschijnlik dat wy hier oorspronkelik met eenen persoonliken bynaam te doen hebben. Aan herbergen, waar gelegenheid is om peerden te stallen, hangt dikwijls »de Roskam" uit. Daaraan is de geslachtsnaam Roskam, die ook in oude spelling als Roscamm voorkomt, ontleend.

Want al het geld lag te grijpen en hij wilde van den Hoogen Doorn iets maken wat het voortijds eens was: een overgroot kasteel, omsloten door wallen, met kudden hoornvee en peerden ontelbaar, en hij de eenige meester daarover, de sterkste boer van de streek, met de schoonste vrouw van 't land en veel volk onder zijn gebied en veel boeren die hij haten en teisteren zou.

Deze verkocht de peerden der twee ruiters voor acht en veertig gulden, waarvan hij er dertig aan de verloste gevangenen gaf. Eenzaam voortgaande, sprak hij in zich zelven: Ik ga langs puinhoopen, dood en bloed, zonder iets te vinden. De duivelen hebben zeker gelogen. Waar is Lamme? Waar is Nele? Waar zijn de Zeven? En de assche van Klaas klopte op zijne borst.

Fransoo vertelde van zijn vaders peerden en koeien, die ginder lijk witte en bruine paddestoelen in den beemd aan 't grazen waren. Daarna luisterden zij naar den verwaanden graaf, die luid riep, opdat zij het zouden hooren, pochte op zijn groot omliggend grondgebied. "Zuukte nog grond bij te koepe?" vroeg Fransoo. En de jonge graaf snauwde hem in 't gezicht.

De zweepen kletsten over den rug van de peerden en de bellenkransen rinkelden boven al 't geluid uit. Zoo kleurig stonden de menschen gekleed, zoo vlug, zoo vroolijk ging het werk als bij een feestig bedrijf. Verlinde keek als een zot wijds en zijds over al dat leven, hij baadde in de groene zeevlakte en eene ongekende lustigheid voelde hij met den nieuwen dag in zich opkomen.

Maar Pallieter en Marieke lachten van genot; het water vloeide zoo maar over hun gezicht, dat ze blonken lijk een spiegel. Ze vaarden verder en kwamen aan de weide, waarin de peerden en de koeien van den mulder onrustig te loeien en te stampen stonden. Pallieter kreeg ineens een stralende gedacht. "Aan land, aan land!" riep hij. "Woroem?... Wat is 't?" vroeg Marieke. "Te peerd of te koei, hop!"

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek