Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Eene byzondere groep van geslachtsnamen wordt geformd door die patronymika, welke achter den uitgang ing nog het aanhangsel son, sen of eene enkele s vertoonen. Die s is hier anders niet als het kenmerk van den tweeden naamval waarin het woord of de naam staat. Het zijn dus namen die te gelijker tijd de kenmerken vertoonen der oude en der nieue patronymikale formen; zie § 4, 5 en 6.

By de verschillende volken komt deze naam in verschillende formen voor, min of meer verbasterd van den oorspronkeliken form, al naar de taal des volks het zus of zoo eischte. En van al deze formen aan eenen en den zelfden mansvóórnaam ontleend, zijn weêr allerlei patronymika, in allerlei formen en in allerlei spellingen afkomstig, die als geslachtsnamen in gebruik zijn.

Deze vier hoofd-afdeelingen zijn elk weêr in verschillende onder-afdeelingen gesplitst, die met de letters van het a-b-c aangeduid zijn. Hoofd-afdeeling I vervalt nader in A. De patronymika in hunnen oudsten form, op ing uitgaande. Van § 7 tot § 32. B. Die vadersnamen, welke nieue taalformen vertoonen. Van § 32 tot § 66. Hoofd-afdeeling II is samengesteld uit de twee onder-afdeelingen

Zy hebben deze eigene nieue patronymika, die hunnen oorsprong vinden in de wetten en regels der oud-friesche taal, boven en behalven al de andere algemeen-nederlandsche formen van nieue patronymika, die ook allen onder hen in geslachtsnamen voorkomen, gelijk in de vorige bladzyden herhaaldelik aangetoond is.

Te weten van Johan, Johannes en van Teun, Teunis, Antonius. Van Johannes zijn ook nog de patronymika Jannink, Jansingh en Janninga ontleend, met den samengestelden naam Johanningmeyer, die allen in Nederland als geslachtsnamen voorkomen; zie ook § 58.

Dit werk is verdeeld in vier hoofd-afdeelingen. Deze bevatten: I. De geslachtsnamen die ontleend zijn aan mansvóórnamen. Het zijn de zoogenoemde vadersnamen of patronymika. Van § 4 tot § 66. II. De maagschapsnamen van aardrijkskundigen oorsprong.

In Nederland, al hoe talrijk deze patronymika op ing er ook als geslachtsnamen voorkomen, zijn ze toch niet talryker dan die, welke den byform ink vertoonen. Als voorbeelden mogen de volgende geslachtsnamen hier genoemd worden: Alting, Benning, Damming.

En zoo hadden zy, alle vier gebroeders, in dien gemeenschappeliken vadersnaam eenen band die hen verbond, en waren ze ook aan geheel vreemden, als broeders, als zonen van éénen zelfden vader kenbaar. Deze patronymika, als oorsprong van duizenden hedendaagsche nederlandsche geslachts- en plaatsnamen, zijn in de volgende bladen van dit werk uitvoeriger behandeld en verklaard.

Buitendien hebben velen van deze nieuere vadersnamen nog het woord zoon, meestal verkort als son, sen, soms ook tot eene enkele s of z versleten, achter zich. Dit geldt voor de algemeen-nederlandsche patronymika als maagschapsnamen die van nieueren oorsprong zijn.

Andere afwykende formen waarin wy het oorspronkelike ing in hedendaagsche geslachtsnamen geschreven vinden, zijn nog ingk, ingh, inghe, inge, eng, ung, ong, enz. Ook komt het wel in versleten form, als ig en ik voor. By de Friesen neemt het achtervoegsel inga, als uitgang van patronymika, volkomen de zelfde plaats in, die ing en ink by de patronymika der andere Nederlanders bekleedt.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek