Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


Later bereikte men hierin beter doel, door ware patronymika te formen; te weten, door den uitgang ing, op zich zelven een oude naamstam, te voegen achter den naam van den vader.

Omstreeks het jaar 1000, ook een paar eeuen vroeger en later, waren deze patronymika by de germaansche volksstammen in volle gebruik, en dienden ze wel als geslachtsnamen. Na de 10de eeu kwamen er ook andere namen in gebruik, ter nadere aanduiding van personen.

Van algemeene beteekenis zijn vooreerst de geslachtsnamen Kerckheer, De Kerckheer en De Paap, ook Paap, Pape en De Paepe, met de patronymika Paaps, Spapen, Spaapen en het versletene Spaape. Aangaande de forming van laatstgenoemde namen zie men bl. 184 en 185. In aanmerking nemende, dat in dit geval aan het dragen van dezen naam schande zoude verbonden zijn, valt dit naueliks aan te nemen.

By eenige geslachtsnamen, patronymika op en, is de mansvóórnaam die er aan ten grondslag ligt, over 't algemeen zóó weinig bekend, dat men die namen voor alles eerder zoude houden, dan juist voor wat zy zijn.

Maar die oude patronymika zijn tot op den dag van heden verbonden gebleven aan de stam-staten en stam-saten dier geslachten, en in 1811 of ook eerder, heeft menige Fries, die toevallig die state of sate, soms ook slechts als pachter bewoonde, zich den ouden naam daarvan, die oorspronkelik de naam was van een reeds voor eeuen uitgestorven oud-friesch geslacht, als geslachtsnaam toegeeigend.

Toch zijn het echte patronymika, en al vermelden de gewone lijsten van nederlandsche en friesche personennamen, van Wassenbergh, Leendertz en Brons geene mansnamen Knapele, Plet of Vliet, als men maar genoeg zoekt, vindt men die namen ook wel, en kan ze aantoonen.

Asselbergh b. v. en Bruylant zijn geslachtsnamen die, reeds van ouds, de eerste aan een geslacht te Antwerpen, de andere aan eene maagschap te Brussel eigen zijn. Maar nevens deze namen komen in beide steden ook de geslachtsnamen Asselbergs, en Bruylants en Bruylandts voor. Deze laatste namen moet men beschouen als patronymika van de eersten.

De zelfde verhouding als tusschen Haro en Hero, haring en hering, bestaat ook tusschen de vischnamen baars en beers, tusschen de mansvoornamen Baro en Bero. Van deze oud-germaansche, by de Friesen nog in volle gebruik zijnde mansvóórnamen kunnen de geslachtsnamen Baars en Beers ook patronymika zijn, in den form van eenen tweeden naamval.

Het oud-friesche patronymikon Nuninga komt nog heden in Groningerland voor, in spelling tot Nuinenga verhollandscht. Althans niet onvoorweerdelik. Het kunnen zeer wel goede patronymika zijn, tweede-naamvallen in twee verschillende formen, van den ouden mansvóórnaam Frau, Vrou.

Met andere woorden, die patronymika hechtten zich wel aan de sate of landhoeve, die door den eersten stamvader, van wiens naam dat patronymikon afgeleid was, eerst bewoond was geworden; en die later ook de vaste woonplaats, de stamsate, van al zyne nakomelingen bleef.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek