Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Even als dezen zijn de friesche patronymika louter van mansvóórnamen, natuurlik meest van friesche mansvóórnamen afgeleid. Even als dezen komen ze ook heden ten dage voor in verschillende spellingen, en op verschillende wyzen saamgetrokken of versleten. Ook zijn de friesche vadersnamen van zeer ouden oorsprong. Reeds in de 9de eeu vinden wy het geslacht Cammingha, nog heden bestaande, vermeld.

Deze man-namen behooren dus eigentlik niet in deze afdeeling; zy zijn dan trouens ook reeds op bl. 293 vermeld en behandeld. Nevens deze eenvoudige man-namen staan de patronymika daarvan, die ook eene niet kleine groep van nederlandsche geslachtsnamen formen. Het zijn allen eenvoudige nederlandsche tweede-naamvallen, en gaan dus allen op s, op mans uit.

Het zijn byna uitsluitend groningerlandsch-friesche vóórnamen, of algemeen-friesche vóórnamen in bepaald groningerlandsche formen, en de patronymika op s, n, en ns, van deze vóórnamen afgeleid, zijn dus ook, als geslachtsnamen, bepaaldelik aan Groningerland eigen. Reeds op bl. 102 en 107 zijn eenigen van deze soort van geslachtsnamen vermeld en verklaard geworden.

Ook in Friesland, waar de voorouderlike adellike en vrye boerenerven in den regel de oude patronymika dragen van hunne eerste stichters en eigenaars, b. v. Abbinga-state, Hellinga-sate, enz. ook daar is menig hedendaagsch geslacht op de zelfde wyze als in 't voorbeeld van Geert de Jager-Poppink aangegeven is, aan zynen hedendaagschen geslachtsnaam gekomen.

Dat komt omdat de Oost-Friesen de zelfde friesche vóórnamen dragen als de nederlandsche Friesen en als allen die in de Nederlanden van frieschen stam zijn. En omdat de Oost-Friesen van ouds ook juist de zelfde oud-friesche wyze volgden om van hunne vóórnamen patronymika te formen, die dan later tot vaste geslachtsnamen werden, even als dit hier, bewesten Eems, het geval was en is.

Al de geslachtsnamen, van § 7 af in dit werk behandeld en vermeld, zijn patronymika, vadersnamen. Eene kleine groep van geslachtsnamen staat in eene byzondere tegenstelling tot deze groote afdeeling. Die kleine en merkweerdige groep wordt geformd door de metronymika, de moedersnamen.

Trouens, de Noord-Hollanders zijn oorspronkelik Friesen, en de friesche eigenaardigheden bleven juist aan de Zaan het langst bewaard, tot in deze eeu. De geslachtsnamen op is en isz, my bekend, zijn de volgenden: Alvis, Arisz, Avis. Het grootste gedeelte van de mansvóórnamen, die aan deze patronymika ten grondslag liggen, zijn bepaaldelik friesche namen, of althans by de Friesen meest in gebruik.

Tielemans met Tielmans, en Tillemans met Tilmans zijn eenvoudig patronymika van den oudtijds in de Nederlanden niet zeldzamen, en ook thans nog niet volkomen buiten gebruik zijnden oud-germaanschen mansvóórnaam Tilman, Tielman. Verder Hoosemans, van hoseman, de man die hosen, hozen = kousen maakte of verkocht?

By alle geslachtsnamen, patronymika op en, is de oorspronkelike mansvóórnaam niet zoo duidelik aan te toonen als by de bovengenoemden het geval is. Velen zijn van byzonder friesche mansvóórnamen afgeleid, en komen dies den niet-frieschen Nederlander vaak onverstaanbaar voor. Anderen zijn van oude, niet meer gebruikelike namen ontleend.

En dit is de oorzaak dat zoo velen van die toenamen, van die patronymika, van die friesche mansnamen in den tweeden naamval, in 1811 als geslachtsnamen aangenomen werden. Het getal dezer namen is zeer groot in alle noordelike gouen van Nederland. Slechts een twaalftal dier namen moge hier eene plaats vinden, als voorbeelden; Boeles, Bokkes, Binkes.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek