United States or Kazakhstan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit moeten wij te eerder in acht nemen, daar de geheele kudde op het eerste schot de vlucht gaat nemen." Toen dat voorstel aangenomen was, week James Hilton ter rechterzijde uit, terwijl Hannibal Pantalucci datzelfde te gelijkertijd ter linkerzijde deed, en Cyprianus Méré in het centrum der positie bleef voortgaan. Alle drie reden toen op het gemeenschappelijke doel, de open vlakte toe.

Dan was hij gered! Hannibal Pantalucci begreep zeer goed, dat de minste draling hem geheel en al zijn voordeel zou doen verliezen. Reeds groeide de afstand tusschen hem en den vluchteling aan.

"Ja," vulde Hannibal Pantalucci aan, "en eene jacht, waarbij het wild waarachtig het schot kruit wel waard is.

"Dat spreekt van zelf," antwoordde James Hilton. "Wij vormen eene maatschap tot aankoop van een wagen, van ossen en levensvoorraad, maar ieder onzer kan heengaan wanneer hij zulks oorbaar of passend zal achten! En des te beter voor hem die het eerste het doel bereikt!" "Aangenomen!" zeiden Cyprianus, Hannibal, Pantalucci en Friedel.

Hij wist niets omtrent Hannibal Pantalucci, en werd slechts geleid door een instinctmatigen afkeer bij de ongunstige oordeelvelling, die hij over hem uitbracht. Een poging om Hannibal uit een ernstig oogpunt te doen beschouwen, zou hemzelven slechts belachelijk maken.

Zoo waren daar Matthijs Pretorius, Nathan, James Hilton, Hannibal Pantalucci, Friedel, Thomas Staal en vijftig anderen. Zelfs de dieren van de hoeve: de ossen, de honden, maar vooral de struisvogels van miss Watkins trachtten hun deel van het feest te krijgen en kwamen om de kliekjes en den afval bedelen.

Hannibal Pantalucci geleidde ze tot in het diepste gedeelte van het ravijn, op welks helling het kamp opgeslagen was, bond hen aan een boom vast en kwam in de kampementsplaats weer, alwaar noch de een, noch de andere der beide slapers ontwaakt waren, of zich ook maar bewogen hadden.

"Op zijn minst op zeven of acht mijlen," antwoordde de Napolitaan. "Wellicht wel op tien." "Dan behoeven wij er niet aan te denken om hem heden nog, vóór dat wij onze dagreis staken, in te halen." "Dat zeker niet," antwoordde Hannibal Pantalucci. "Binnen een uur tijd zal de nacht ingevallen zijn, en dan valt er geen pas meer te doen in welke richting ook!"

Maar nauwelijks was een sprank van bewustzijn in dat hoofd teruggekeerd, toen hem een kreet ja, waarlijk een kreet des harten ontsnapte: "En de diamant?" De diamant? Helaas! neen, die was niet mee teruggekomen. Cyprianus verhaalde vlug al de verschillende tafereelen der expeditie: hoe Friedel, Hannibal Pantalucci en James Hilton den dood gevonden hadden.

Er was in de kalmte van dat huiselijk geluk zoo iets heiligs te ontwaren, dat Cyprianus zich diep bewogen gevoelde en aan zijne makkers vroeg om de jacht op te geven. "Waarom die schuldelooze dieren te dooden?" zei hij. "Is het niet beter hen in vrede in hunne eenzaamheid te laten?" Maar dit voorstel viel om meer dan ééne reden niet in den smaak van Hannibal Pantalucci.