Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Maar hoe weinig hadden de genadegaven van het Evangelie hem tot nu toe geholpen! Tot spot voor allen en tot verdriet van zijn ouders was hij van jaar tot jaar blijven loopen als hopelooze aannemeling, thuis in zijn dorp en nu hier, nadat zijn vader naar de stad was verhuisd als opperman bij de fabriek. Nergens kon hij aan 't werk komen.

Daar het reeds een zwaar werk is, om de mijn binnen te gaan of ze te verlaten, blijft men den ganschen dag, die twaalf uren duurt, er in en men komt niet boven om te eten; men gebruikt het middagmaal onder den grond. In de mijn van oom Gaspard was een opperman werkzaam, die inplaats van een kind te zijn, zooals ik en de anderen, integendeel een oud man was met een witten baard.

"Ja, dat heeft hij wél, vader!" "Nu, jongen, pas jij dan ook maar goed op, wie weet wat je dan nog wordt!" hernam de opperman en kleedde zich aan om naar de avondkerk te gaan. Zijn vrouw stond vreemd te kijken. Zelf ging zij er iederen Zondag heen, doch haar man was in de laatste vier of vijf jaar niet meer in de kerk geweest. Ze zei evenwel niemendal; maar dacht zooveel te meer.

Hij gaf mij een houweel, om hem behulpzaam te wezen in het afbeitelen van een stuk steenkool, waarvan hij het benedengedeelte onderhanden had; de opperman moet den arbeider soms in het werk bijstaan. Toen ik de derde maal het wagentje naar den put Saint-Alphonsine rolde, hoorde ik plotseling een oorverdoovend geraas, een vreeselijk geweld zooals ik nog nooit gehoord had.

De opperman had er weer niets tegen, zoodat Willem eindelijk het vak mocht leeren waarin hij altijd zooveel lust had gehad. En jongens, wat werkte hij! Zoo koud kon het niet wezen, dat hij er last van had.

Gedurende eenige jaren had hij van dit jaargeld geleefd. De maatschappij was toen failliet gegaan, en hij verloor daarbij zijn pensioen en was wel genoodzaakt om als opperman in de mijn van Truyère te gaan werken. Men noemde hem de schoolmeester, omdat hij veel wist, dat de andere mijnwerkers niet wisten, en omdat hij gaarne daarvan vertelde en trotsch was op zijn wetenschap.

Ik heb nu geen tijd; want ik moet naar mijn zoon; want die heeft twee zieke koeien. Hier, dit boek heb ik voor je gereedgelegd, lees er maar veel in. Dag, Willem!" "Dag, meneer!" antwoordde de kleine steenenbikker, en ging naar huis. Den anderen dag kwam Balsem bij Willems vader, doch hoe mooi de brave en verstandige veearts ook sprak, de opperman wilde niet toegeven.

Of men boos of goed, vroolijk of bedroefd is, daaraan stoort zich de tijd niet: die loopt maar door. Het was dan ook al heel spoedig najaar en daar de zomer niet zeer voorspoedig geweest was, liep het meeste werkvolk nu al zonder werk. Onze opperman had al lang gedaan gekregen, en Willem ook, zoodat die twee nu met pakjesdragen en wegwijzen zoo wat den kost verdienden.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek