Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
»O! opperbest, d
Zelf gelooft u daar immers geen woord van. U weet opperbest dat het in de werkelijkheid zoo niet toegaat.
En wat Mary Wren betreft, die weet opperbest dat zij iets gedaan heeft, dat streng verboden is en dat zij straf verdiend heeft. Och Miss Rench, wees zoo goed dit meisje eens gehoorzaamheid te leeren; de gewone straf als 't je blieft."
Wat zou ik anders doen?" "Dat weet ik wel; maar gij zult achterblijven." "Dat weet ik wel." "Gij zult minstens drie voetstappen moeten doen, tegen dat hij er één doet." "Dat is jammer genoeg." "De groote vraag is maar, welken afstand gij te loopen zult hebben, en of gij het zult kunnen uithouden. Hoe is het met de ademhaling?" "O, opperbest! Ik heb longen als een hommelbij.
De tijd drong, en de bootsman wist geen raad. "Maar zouden ze hem niet een broek kunnen leenen?" "Dat zou hij eens aan den hôtelhouder vragen." De eigenaar van het logement wist terdege goed onderscheid te maken tusschen de officieren van verschillende rang en begreep opperbest aan wie hij crediet kon verleenen en aan wien niet.
"Het leed niet lang, of ik dacht, dat zij me wel zien mogt. "Eefje! hoe bevalt het je hier?" vroeg ik haar, toen we een keer of wat zamen uit waren geweest, om eens hoogte te nemen hoe na bij land. "Opperbest!" zei ze. "Gelderland moet toch mooijer wezen," begon ik weêr, "Veel stiller ook," was haar woord.
Ik was daarbij en besliste in twijfelachtige gevallen meermalen in zijn voordeel. Toen hij nu opstond, verwachtte ik, dat hij mij uit dankbaarheid eenige realen in de hand zou stoppen; doch hij streek zijn geld op en ging heen, zonder zelfs naar mij om te zien. Ik volgde hem en verzocht hem, mij althans acht realen af te staan, daar ik een arme drommel ben en dat geld opperbest kan gebruiken.
James Hilton had zich opperbest van zijne taak gekweten en scheen alles zeer behendig en doelmatig gekozen en aangeschaft te hebben, wat voor de vennootschap op reis noodig zou voorkomen. Hij was zeer ijdel, en op zijne ervaring als volkplanter liet hij zich veel voorstaan.
"Wij willen immers!" schreeuwden de joden. "Mooi zoo!" zeg ik. "Gaat dan nu één voor één naar boven, naar de witte zaal; dáár zit Zijne Majesteit de koning op den troon; en legt daar één voor één uw geld voor de trappen van den troon neder." Als zij allen boven geweest zijn, ga ik ook naar boven. "Wel!" zeg ik, "Uwe Majesteit, hoe is 't nu?" "Opperbest, mijn lieve raadsheer!" zegt hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek