Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
't Rukt eik en ceder om, en lescht met tijgrenbloed De dorst van 't brandend hart; en, van één drift aan 't zieden, Wil heerschen over de aard, wil al wat is, gebieden, Verdelgen naar zijn lust, vertrapplen, nederslaan: En wee, die voor hun bukt, maar meer, die durft weêrstaan! Dit schrikbaar Reuzenvolk, uit Kaïns zaad gesproten, Was over 's warelds vlak als veldkruid opgeschoten.
Door het aanhoudend bevriezen van het overgekomen water, waren boegstagen en want met eene ijskorst van wel vijf duim dikte bedekt, en op den bak lag eene laag van wel twee voet ijs, zóó helder, dat men het touwwerk opgeschoten, daaronder zag liggen.
Haar schriele lichaam boog in de schouders door; zij was wat langer opgeschoten nog, bijna zoo lang geworden als andere meisjes van haar jaren, maar bij haar smalte leek ze een slap-lende sladood, die sjokte en sloofde bij den weg als een afgejakkerde hond.
Toen nu echter Don Quichot stevig was vastgebonden, knielde hij neder, riep de krachtdadige bescherming van zijne Dulcinea in en naderde toen den afgrond, waarin hij zich wilde laten neerzakken. Voordat hij aan den rand kwam, moest hij echter met zijn zwaard zich een weg door het struikgewas banen, dat voor den ingang der grot welig was opgeschoten.
Dien, oude meid, die ze wel 20 jaar gehouden had, had rhumatiek gekregen en was ingekocht op een hofje. Voor Dien in de plaats was een jonge, gezonde, frissche meid gekomen. In de keuken was die bezig aan het wasschen van vaatwerk. Mina was een afgeronde, vleezige meid, opgeschoten, stevig. Ze was negentien, in de volle fleur van vrouwelijke gezondheid.
Nu draalde hij niet langer, sloeg zijn arm om haar heen, en tilde haar van het bed op, alsof zij een kind was. Beatrice was geen spichtig opgeschoten meisje, maar een volwassen, flink ontwikkelde vrouw. Hij voelde haar zwaarte niet; zij scheen hem zoo licht als een veer toe. Sluipend, als iemand, die op een nachtelijken moord uitgaat, stapte hij met haar naar de deur en de gang in.
Welig opgeschoten onder de broeiende hitte van het steeds opwekkende woord was het zaad rijkelijk voortgewassen en droeg weder vruchten tienvoud en honderdvoud. Evenals in het algemeen deze twist dier eeuw geen zuiver theologische bleef, maar tevens een staatkundige was geworden, was dat ook onder het volk.
Dan zag hij een oogenblik zoo'n stoet voorbijgaan; 't waren krachtige mannen en opgeschoten jongens, allen met oranjestrikjes op de borst, of tusschen het lint van den in den nek gezakten hoed; er waren veel vrouwen bij, opgedrild met omslagdoeken of burgerlijke mantels. Ze hiha-den met de mannen meê.
Toen verhief zich de vroolijkheid tot uitgelatenheid. De Groot stopte een klein houten pijpje, dat hij in de hand had, en daalde weder ter bakkerije. Met slaan van negenen kwamen er drie stevige, opgeschoten knapen, goedige bollebuizen, met hun besten rok aan, en boorden tot over de ooren.
Somtijds ook kleine oerwouden van knoestige steen- en kurkeiken, machtige cederboomen, donkere cypressen en hoog opgeschoten eucalyptussen, waar alles verward door elkander staat en met klimplanten omstrengeld is. Ook levende wezens ziet men langs den weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek