Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Knarstandend roept hy uit: "Neem, noodlot, neem mijn bloed! Maar neen, eerst wreken we ons! Ook midden in de flitsen Is nog, waar toorne en wraak zijn krachten samenhitsen, De tijger, schoon alleen, schoon doodelijk gewond, Zijn' vijand schrikbaar in zijn laatste levensstond. 'k Ben tijger, meer dan hy, in 't midden dezer tijgeren, Verwoesters van 't Heelal. Wat hoeve ik macht van krijgeren?

't Rukt eik en ceder om, en lescht met tijgrenbloed De dorst van 't brandend hart; en, van één drift aan 't zieden, Wil heerschen over de aard, wil al wat is, gebieden, Verdelgen naar zijn lust, vertrapplen, nederslaan: En wee, die voor hun bukt, maar meer, die durft weêrstaan! Dit schrikbaar Reuzenvolk, uit Kaïns zaad gesproten, Was over 's warelds vlak als veldkruid opgeschoten.

De somberheid in 't oog, van heimlijke angst bekropen, Stond daar 't verminderd heir, in vier verscheiden hoopen Slagordenwijs gevormd: helaas! geen leger meer, Maar overblijfsel van 't nog gistren schrikbaar heir. Men schokt op 't aanzien van de ruimgeworden vlakte Die eerst hun kring benaauwde, en siddert van zijn zwakte.

"Hield" staat hier voor "behield", naar een taaleige onzer dichters, waardoor het meer gebruikelijk préfix van het w.w. wordt weggelaten; als "minnen" voor "beminnen", en als b. v. vs 111, "hief" voor "verhief"; en in den IIen Zang, vs 111 "bleekte" voor "verbleekte", in den IIIen Zang, vs 425, "schikke" voor "beschikke." Ie Zang, vs 247, volgg. blz. 8, rl 1 v. b. Dit schrikbaar reuzenvolk

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek