Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Het kleine afdakje in het midden der prauw was ingevallen door het gewicht der beide converseerende heeren, die ten slotte, moe van het lange staan, zich daarop hadden neergezet en nu tot amusement van alle opvarenden lagen te spartelen tusschen de gevolgen van hun onnadenkendheid.
"Het zou mij een troost geweest zijn te weten, dat je er aan gedacht had, zelfs zonder het te hebben gedaan." "Nu, lieve tante, maak er u niet naar over," vleide Marie; "'t is niets dan onnadenkendheid van Tom. Hij is altijd zoo zoo onbezonnen." "'t Spijt mij vreeselijk! Sid zou er aan gedacht hebben; hij zou bij mij gekomen zijn.
Mathilde had Jans bij het binnenkomen de hand gedrukt, zoo als het altijd in de familie gebruikelijk was geweest aan de meiden te doen bij allergewichtigste omstandigheden en treurige of aandoenlijke gelegenheden. Jans was nu de jonge mevrouw, die zij in de onnadenkendheid der ontsteltenis telkens nog jufvrouw noemde, naar het zaaltje gevolgd en hielp haar daar haar reisgoed afdoen.
In dien tusschentijd zullen de leden der Gemeente vergeten hebben, dat het onmogelijk is voor welopgevoede lieden God te loven zonder instrumentale muziek en in loutere onnadenkendheid zullen zij hartelijker zingen dan zij in de laatste tien jaar gedaan hebben. Daar er geen orgel is, moeten bekende wijzen worden opgegeven en de menschen zullen verlof hebben God te vereeren uit volle borst.
Eindelijk nam ik een besluit, waarop mij waarschijnlijk een streng oordeel te wachten staat, en niet onrechtvaardiglijk, want ik moet toegeven dat ik het behoud van mijn oogen en daardoor mijn vrijheid, heb te danken aan mijn groote onnadenkendheid en mijn gebrek aan ervaring, omdat, als ik toen was bekend geweest met den aard van vorsten en ministers, zooals ik die sinds toen aan verscheidene andere hoven heb waargenomen, als ook met hunne gebruikelijke manieren van behandeling van misdadigers, die minder dan ik misdreven hebben, dan zou ik met groote bereidwilligheid en opgewektheid zulk eene lichte straf hebben ondergaan.
Volgens de wet toch behoort de schuldenaar, die niet aan zijne verplichtingen voldoen kan, met zijne geheele familie, als slaaf aan den schuldeischer; en de zorgelooze onnadenkendheid van deze Maleiers is zoo groot, dat het niet veel moeite kost, hen schulden te laten aangaan, die zij nimmer zullen kunnen afbetalen.
Want het was dan toch maar heel zelden dat hij zijn moeder zag, en hij wou nu in die tien, twaalf dagen alles doen om haar aangenaam te zijn, te vallen in haar geest van on-zwaarmoedig leven-bij-den-dag; ook voor zijn broer wou hij zoo zijn; wat kwam het er op aan, tien of twaalf dagen van onnadenkendheid!... Daarna zou immers zijn eigenlijk leven weer dadelijk beginnen, hij wist dat hij er altijd heel gauw weer in was.
Roekeloosheid is even dwaas als lafheid, hoewel niet even verachtelijk; want beiden mogen schaden, alleen de laatste schandvlekt. Uwe onnadenkendheid heeft u ditmaal bijna het leven gekost, een leven, dat velen dierbaar is, en te hooge waarde heeft, dan dat gij het door een dwazen streek zoudt verspelen.
In plaats van de menschen te waarschuwen tegen overtredingen, die zij uit onkunde of onnadenkendheid zouden begaan, spitste hij zich er op, om iemand te kunnen bekeuren. En door zijn leedvermaak, als hij daarin geslaagd was, had hij zich de minachting van zijn dorpsgenooten op den hals gehaald. "Nu vooral doodstil zijn, hoor!" fluisterde Dik.
Haar oprechte hartelijkheid vergoedde ruimschoots de onnadenkendheid en het gebrek aan tact, die haar dikwijls deden te kort schieten in uiterlijke beleefdheid; haar vriendelijkheid, nog te bekoorlijker door haar lief gezichtje, nam voor haar in; haar dwaasheid, hoezeer ook in het oog vallend, was niet afstootend, daar zij niet gepaard ging met inbeelding; en Elinor had haar alles kunnen vergeven, behalve haar gelach.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek