Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 september 2025
De schamele, oude boom, die midden in de vaten, veracht en ongetroost, des olieboeters staat; hij weet dat 't zomer is en zou hij, zou hij 't laten, te bloeien, nu dat al dat blomme is opengaat? Gestapeld, rondom hem, zijn tonnen, tonnen, tonnen, die olie zweeten al, en stinken. Schouwen ook, verheven boven 't dak des oliebouws, en jonnen maar bitterheid den boom en afgerolden rook.
Haar gebrek aan genoegzaam doorzicht en haar zucht tot liefdadigheid waren oorzaak, dat zij somtijds haar gaven ook aan onwaardigen wegschonk; doch zij verklaarde meer dan eens, dat zij liever honderdmalen door slechte lieden bedrogen wilde zijn, dan dat een vrome noodlijdende ongetroost van haar af zoude gaan. Een geheel andere vrouw was haar zuster, Mevrouw Van Bempden.
"Hebt ge niet gehoord, wat Oliverus zeide?" "Och wat Oliverus! moeten anderen ons hier komen vertellen, wat wij te doen en te laten hebben? Maar toch wil ik u niet ongetroost laten heengaan. Ge behoeft van mij in het dorp niet te kallen, dat ik gierig ben. Ik zal u wat schenken: vijf Mark zilvers. Hoe! verlangt ge soms meer van me? Gaat dan liever mijn deur voorbij."
De rijkgeworden parvenu vergeet soms, dat hij eens is geweest; vaak is hij hardvochtig genoeg om de ongetroost weg te zenden. Afnemen afbeuren aflichten afzetten. Een voorwerp, dat zich op een ander bevindt, daarvan verwijderen. ~Afnemen~ heeft de ruimste beteekenis; het duidt alleen aan, dat de bedoelde werking plaats heeft: den hoed ~afnemen~.
Want als Balkenende kwam, zou hij het slot van zijn optrekje verdraaid vinden, en, daar het Zondag was, zou er geen smid zijn, die de deur openstak. De Balkenendes zouden dus ongetroost naar huis kunnen terugkeeren.
Geen twintig kilometer zijn wij doorgereden of daar knalt opnieuw het korte "pan!" gevolgd door het langgerekte-schurend "oewieoewieoewieoewie". De tweede band, helaas! Zijn innige gehechtheid aan zijn tweelingbroeder was zóó groot, dat hij zonder hem niet langer kon of wilde leven. Hij heeft hem, ongetroost, in 't graf gevolgd.
Van Belé's erven spoed 'k me voort Tot u met vragend, hoflijk woord, Zij zijn door dreigend nieuws ontsteld; Op u de hoop van gansch een volk. In Balders tempel, prooi van zorg, Treurt dag op dag zoet' Ingeborg: Zeg, mag zij weenen ongetroost Terwijl haar ridder hoort noch komt? Tegnér, Frithiof-sage.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek