Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 mei 2025


Na die keten te zijn doorgetrokken, kwamen wij te Toen, een ommuurde stad van 4000 inwoners. Binnen de stad zelf waren veel tuinen, en het algemeene aanzien van de plaats was niet onbehagelijk. Zoo had ik dan de noordgrens bereikt van de groote woestijn, die ik voor de eerste maal zou doorgaan, en waar ik nog dikwijls zou terugkeeren. Laat ik er een korte beschrijving van geven.

Guskoff glimlachte nauw merkbaar, droefgeestig en beschaamd, als stemde het hem onbehagelijk mij na zijn bekentenis in de oogen te zien, hij dronk nog een glaasje en at gretig, schrapte zelfs de pan uit. Ja, antwoordde de gedegradeerde, hij is een aardig mensch, maar meer kan hij niet zijn, hij kan geen mènsch zijn en van iemand van zijn opvoeding kan men dat ook niet verlangen.

Ik kon nu voor het eerst, niet meer gehinderd door die nijdige foulard, het ensemble van haar gelaat opmerken. Neen voorwaar! zij was niet leelijk, al had zij het mogelijke gedaan om er recht onbehagelijk uit te zien.

Toen, zegt men, Napoleon de Zaan zag door het achtervenster van een Zaandamsch koffiehuis, vond hij haar mooi. V. Klimaat. Het waait. Als het niet waait, voelen de kinderen des lands zich onbehagelijk. Zij hebben een lust aan den hollen, bollen wind. Die giert dan ook met maar weinig en kleine tusschenpoozen om de huizen en over de vlakte.

In het atelier van mijn meester en naar aanleiding van werk, van portretten, had ik reeds genoeg aanraking gehad met heeren en dames uit de groote wereld, maar dat was geen verkeer, geen samenzijn, geen gemeenzame omgang boven al, mijn toon, mijne manieren, alle gewoonten die ik aangenomen had en die ik maar niet zoo op eens zou kunnen veranderen, waaraan ik vroeger nooit had gedacht, kwamen mij op eens zoo ongeschikt, zoo onbehagelijk voor; juist hier waar ik zooveel geleerd had, begreep ik hoe weinig ik wist, hoeveel mij ontbrak; die aanzienlijken hadden dit alles van kind aan geleerd, zij wisten alles, zij hadden leiding, opvoeding gehad, ik was opgegroeid als het onkruid, zonder wieden, al was het niet zonder trappen.

Zoodra het rustiger werd, kreeg Veronica meer moed; zij gevoelde zich niet meer zoo onbehagelijk, als buiten in het voorhuis, ja zelfs het wijf scheen haar niet meer zoo mismaakt toe. Nu eerst zag zij in het vertrek rond.

Snepvangers voelde zich angstig onbehagelijk, hij begreep niet waar zijn schoonzoon heen wou met zijn smakelijk gepeuzel te onderbreken.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek